Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Tijdrekken (to stall) conjugation

Dutch
20 examples

Conjugation of tijdrekken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
rek tijd
I stall
rekt tijd
you stall
rekt tijd
he/she/it stalls
rekken tijd
we stall
rekken tijd
you all stall
rekken tijd
they stall
Present perfect tense
heb tijdgerekt
I have stalled
hebt tijdgerekt
you have stalled
heeft tijdgerekt
he/she/it has stalled
hebben tijdgerekt
we have stalled
hebben tijdgerekt
you all have stalled
hebben tijdgerekt
they have stalled
Past tense
rekte tijd
I stalled
rekte tijd
you stalled
rekte tijd
he/she/it stalled
rekten tijd
we stalled
rekten tijd
you all stalled
rekten tijd
they stalled
Future tense
zal tijdrekken
I will stall
zult tijdrekken
you will stall
zal tijdrekken
he/she/it will stall
zullen tijdrekken
we will stall
zullen tijdrekken
you all will stall
zullen tijdrekken
they will stall
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou tijdrekken
I would stall
zou tijdrekken
you would stall
zou tijdrekken
he/she/it would stall
zouden tijdrekken
we would stall
zouden tijdrekken
you all would stall
zouden tijdrekken
they would stall
Subjunctive mood
rekke tijd
I stall
rekke tijd
you stall
rekke tijd
he/she/it stall
rekke tijd
we stall
rekke tijd
you all stall
rekke tijd
they stall
Past perfect tense
had tijdgerekt
I had stalled
had tijdgerekt
you had stalled
had tijdgerekt
he/she/it had stalled
hadden tijdgerekt
we had stalled
hadden tijdgerekt
you all had stalled
hadden tijdgerekt
they had stalled
Future perf.
zal tijdgerekt hebben
I will have stalled
zal tijdgerekt hebben
you will have stalled
zal tijdgerekt hebben
he/she/it will have stalled
zullen tijdgerekt hebben
we will have stalled
zullen tijdgerekt hebben
you all will have stalled
zullen tijdgerekt hebben
they will have stalled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou tijdgerekt hebben
I would have stalled
zou tijdgerekt hebben
you would have stalled
zou tijdgerekt hebben
he/she/it would have stalled
zouden tijdgerekt hebben
we would have stalled
zouden tijdgerekt hebben
you all would have stalled
zouden tijdgerekt hebben
they would have stalled
Present bijzin tense
tijdrek
I stall
tijdrekt
you stall
tijdrekt
he/she/it stalls
tijdrekken
we stall
tijdrekken
you all stall
tijdrekken
they stall
Past bijzin tense
tijdrekte
I stalled
tijdrekte
you stalled
tijdrekte
he/she/it stalled
tijdrekten
we stalled
tijdrekten
you all stalled
tijdrekten
they stalled
Future bijzin tense
zal tijdrekken
I will stall
zult tijdrekken
you will stall
zal tijdrekken
he/she/it will stall
zullen tijdrekken
we will stall
zullen tijdrekken
you all will stall
zullen tijdrekken
they will stall
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou tijdrekken
I would stall
zou tijdrekken
you would stall
zou tijdrekken
he/she/it would stall
zouden tijdrekken
we would stall
zouden tijdrekken
you all would stall
zouden tijdrekken
they would stall
Subjunctive bijzin mood
tijdrekke
I stall
tijdrekke
you stall
tijdrekke
he/she/it stall
tijdrekke
we stall
tijdrekke
you all stall
tijdrekke
they stall
Du
Ihr
Imperative mood
rek tijd
stall
rekt tij
stall

Examples of tijdrekken

Example in DutchTranslation in English
- Dit is duidelijk tijdrekken.Oh, please. This is clearly a stall tactic.
- Het is tijdrekken.- It's a stall! It's a stall...
- Hij is aan het tijdrekken.- He's stalling. "Stalling"?
- Houd op met tijdrekken en geef me je sleutels.Quit stalling and give me your keys.
- Ik rek tijd.Mm, stalling.
Blijf kalm en rek tijd.All you gotta do is stay calm and stall.
Chuck, rek tijd.Chuck, stall him.
Ga naar Cece en rek tijd.- Winston, go to Cece's and stall.
Goed, ik rek tijd.Fine. I'm stalling.
- Hij rekt tijd.He's just stalling.
- Je rekt tijd om de mensen te beschermen.I don't wanna say "puffy." You're stalling to protect the people.
- Ze rekt tijd.- She's stalling.
-En hij rekt tijd.- And he's stalling.
Adam rekt tijd, om het meisje te bewerken.Adam's stalling, trying to work on the girl.
Edelachtbare, ze rekken tijd.Your Honor, they're stalling.
Ze rekken tijd!They're stalling!
Ze rekken tijd, daar kunnen wij niks aan doen.They're stalling, there's nothing we can do about that.
Ze rekken tijd, liegen en maken valse beloftes.They stall, and lie, and make promises they never intend to keep.
Ze rekken tijd.'Cause they're stalling.
Ik wil dat je tijdrekt.I want you to stall them.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

teruggeven
return
terugspoelen
rewind
terugspringen
rebound
terugstellen
reset
terugvertalen
put back
tieren
flourish
tijgen
stall
tobben
worry
toebijten
do
toedelen
allocate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'stall':

None found.