Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Theedrinken (to drink tea) conjugation

Dutch
18 examples

Conjugation of theedrinken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
drink thee
I drink tea
drinkt thee
you drink tea
drinkt thee
he/she/it drinks tea
drinken thee
we drink tea
drinken thee
you all drink tea
drinken thee
they drink tea
Present perfect tense
heb theegedronken
I have drunk tea
hebt theegedronken
you have drunk tea
heeft theegedronken
he/she/it has drunk tea
hebben theegedronken
we have drunk tea
hebben theegedronken
you all have drunk tea
hebben theegedronken
they have drunk tea
Past tense
dronk thee
I drank tea
dronk thee
you drank tea
dronk thee
he/she/it drank tea
dronken thee
we drank tea
dronken thee
you all drank tea
dronken thee
they drank tea
Future tense
zal theedrinken
I will drink tea
zult theedrinken
you will drink tea
zal theedrinken
he/she/it will drink tea
zullen theedrinken
we will drink tea
zullen theedrinken
you all will drink tea
zullen theedrinken
they will drink tea
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou theedrinken
I would drink tea
zou theedrinken
you would drink tea
zou theedrinken
he/she/it would drink tea
zouden theedrinken
we would drink tea
zouden theedrinken
you all would drink tea
zouden theedrinken
they would drink tea
Subjunctive mood
drinke thee
I drink tea
drinke thee
you drink tea
drinke thee
he/she/it drink tea
drinke thee
we drink tea
drinke thee
you all drink tea
drinke thee
they drink tea
Past perfect tense
had theegedronken
I had drunk tea
had theegedronken
you had drunk tea
had theegedronken
he/she/it had drunk tea
hadden theegedronken
we had drunk tea
hadden theegedronken
you all had drunk tea
hadden theegedronken
they had drunk tea
Future perf.
zal theegedronken hebben
I will have drunk tea
zal theegedronken hebben
you will have drunk tea
zal theegedronken hebben
he/she/it will have drunk tea
zullen theegedronken hebben
we will have drunk tea
zullen theegedronken hebben
you all will have drunk tea
zullen theegedronken hebben
they will have drunk tea
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou theegedronken hebben
I would have drunk tea
zou theegedronken hebben
you would have drunk tea
zou theegedronken hebben
he/she/it would have drunk tea
zouden theegedronken hebben
we would have drunk tea
zouden theegedronken hebben
you all would have drunk tea
zouden theegedronken hebben
they would have drunk tea
Present bijzin tense
theedrink
I drink tea
theedrinkt
you drink tea
theedrinkt
he/she/it drinks tea
theedrinken
we drink tea
theedrinken
you all drink tea
theedrinken
they drink tea
Past bijzin tense
theedronk
I drank tea
theedronk
you drank tea
theedronk
he/she/it drank tea
theedronken
we drank tea
theedronken
you all drank tea
theedronken
they drank tea
Future bijzin tense
zal theedrinken
I will drink tea
zult theedrinken
you will drink tea
zal theedrinken
he/she/it will drink tea
zullen theedrinken
we will drink tea
zullen theedrinken
you all will drink tea
zullen theedrinken
they will drink tea
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou theedrinken
I would drink tea
zou theedrinken
you would drink tea
zou theedrinken
he/she/it would drink tea
zouden theedrinken
we would drink tea
zouden theedrinken
you all would drink tea
zouden theedrinken
they would drink tea
Subjunctive bijzin mood
theedrinke
I drink tea
theedrinke
you drink tea
theedrinke
he/she/it drink tea
theedrinke
we drink tea
theedrinke
you all drink tea
theedrinke
they drink tea
Du
Ihr
Imperative mood
drink th
drink tea
drinkt th
drink tea

Examples of theedrinken

Example in DutchTranslation in English
Ga theedrinken met je oma.Go drink tea with your grandmother.
Laten we theedrinken.Let's drink tea
We maken 'n restaurantje, dan kunnen de mensen bij hun koekjes theedrinken.Yeah, a little tea shop so people can eat cookies and drink tea.
Wil je theedrinken?Will you drink tea?
- Ik drink thee.- I drink tea, actually.
Blijf hier en drink thee!Stay here and drink tea!
Ik drink thee omdat er niets is wat een goede kop thee niet kan herstellen.I drink tea, Peyton, because there's nothing that a good cup of tea can't fix.
Ik drink thee, maar je mag zoveel koffie als je wilt.I'll drink tea, but you can drink as much coffee as you want.
Ik drink thee.I drink tea.
De helft van m'n mannen is dood en u stopt er gewoon mee en drinkt thee?Half my men are killed and you just stop and... drink tea?
Je drinkt thee, geen koffie, toch?You, uh, you drink tea, not coffee, right?
Al m'n vrouwelijke superieuren drinken thee met citroen.All the women executives drink tea with lemon. They notice that I do, too.
Beschaafde mensen drinken thee. Maar wij niet.Civilized people drink tea, but not us.
Die gaan naar alle samenkomsten, drinken thee met hun ouders en doen nooit iets verkeerd.They attend all the meetings, drink tea with their parents and never do anything wrong.
En jullie zitten hier en drinken thee.Shall I sit here and drink tea?
Sommigen van ons kweken inderdaad bloemen en drinken thee.It's not just a myth. Some of us do grow flowers and drink tea.
We dronken thee met ze in 'n waterpaviljoen.We drank tea with them in a water pavilion.
Denk aan me als je theedrinkt.Think of me when you drink tea.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

terugtrappen
back stairs
terugvuren
return fire
terugwerken
react
teuteren
do
teweegbrengen
bring about
tezen
do
thematiseren
thematise
tjetten
do
tjingelen
jangle
tjoempen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'drink tea':

None found.