Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Steuren (to do) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of steuren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
steur
I do
steurt
you do
steurt
he/she/it does
steuren
we do
steuren
you all do
steuren
they do
Present perfect tense
heb gesteurd
I have done
hebt gesteurd
you have done
heeft gesteurd
he/she/it has done
hebben gesteurd
we have done
hebben gesteurd
you all have done
hebben gesteurd
they have done
Past tense
steurde
I did
steurde
you did
steurde
he/she/it did
steurden
we did
steurden
you all did
steurden
they did
Future tense
zal steuren
I will do
zult steuren
you will do
zal steuren
he/she/it will do
zullen steuren
we will do
zullen steuren
you all will do
zullen steuren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou steuren
I would do
zou steuren
you would do
zou steuren
he/she/it would do
zouden steuren
we would do
zouden steuren
you all would do
zouden steuren
they would do
Subjunctive mood
steure
I do
steure
you do
steure
he/she/it do
steure
we do
steure
you all do
steure
they do
Past perfect tense
had gesteurd
I had done
had gesteurd
you had done
had gesteurd
he/she/it had done
hadden gesteurd
we had done
hadden gesteurd
you all had done
hadden gesteurd
they had done
Future perf.
zal gesteurd hebben
I will have done
zal gesteurd hebben
you will have done
zal gesteurd hebben
he/she/it will have done
zullen gesteurd hebben
we will have done
zullen gesteurd hebben
you all will have done
zullen gesteurd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gesteurd hebben
I would have done
zou gesteurd hebben
you would have done
zou gesteurd hebben
he/she/it would have done
zouden gesteurd hebben
we would have done
zouden gesteurd hebben
you all would have done
zouden gesteurd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
steur
do
steurt
do

Examples of steuren

Example in DutchTranslation in English
Vader, wat zeg je ervan dat jij het slaan met steuren oplost terwijl Astrid en ik een beetje onderzoek doen?Uh, Dad, what do you say you take care of the sturgeon slapping while Astrid and I do a little investigating?
De steur is een koninklijke vis. Hij is eigendom van het koningshuis.Sturgeons are royal fish, since the 14th century, and, if caught, they do become property of the Crown.
Vier hier en daar 'n steur.Four down here and a sturgeon up there.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

fleuren
brighten
kleuren
colour
pleuren
do
schuren
sand
sleuren
drag
speuren
trace
stekken
do
stellen
put
stelpen
stem
stemmen
vote
steppen
do
sterken
fortify
sterven
die
steunen
support
stieren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

spieken
crib
spoliëren
do
staken
strike
stereotyperen
do
steunen
support
stevenen
bear down
stoeien
romp
stoepen
do
stofferen
upholster
stomen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.