Stelpen (to stem) conjugation

Dutch
8 examples

Conjugation of stelpen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
stelp
I stem
stelpt
you stem
stelpt
he/she/it stems
stelpen
we stem
stelpen
you all stem
stelpen
they stem
Present perfect tense
heb gestelpt
I have stemmed
hebt gestelpt
you have stemmed
heeft gestelpt
he/she/it has stemmed
hebben gestelpt
we have stemmed
hebben gestelpt
you all have stemmed
hebben gestelpt
they have stemmed
Past tense
stelpte
I stemmed
stelpte
you stemmed
stelpte
he/she/it stemmed
stelpten
we stemmed
stelpten
you all stemmed
stelpten
they stemmed
Future tense
zal stelpen
I will stem
zult stelpen
you will stem
zal stelpen
he/she/it will stem
zullen stelpen
we will stem
zullen stelpen
you all will stem
zullen stelpen
they will stem
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou stelpen
I would stem
zou stelpen
you would stem
zou stelpen
he/she/it would stem
zouden stelpen
we would stem
zouden stelpen
you all would stem
zouden stelpen
they would stem
Subjunctive mood
stelpe
I stem
stelpe
you stem
stelpe
he/she/it stem
stelpe
we stem
stelpe
you all stem
stelpe
they stem
Past perfect tense
had gestelpt
I had stemmed
had gestelpt
you had stemmed
had gestelpt
he/she/it had stemmed
hadden gestelpt
we had stemmed
hadden gestelpt
you all had stemmed
hadden gestelpt
they had stemmed
Future perf.
zal gestelpt hebben
I will have stemmed
zal gestelpt hebben
you will have stemmed
zal gestelpt hebben
he/she/it will have stemmed
zullen gestelpt hebben
we will have stemmed
zullen gestelpt hebben
you all will have stemmed
zullen gestelpt hebben
they will have stemmed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gestelpt hebben
I would have stemmed
zou gestelpt hebben
you would have stemmed
zou gestelpt hebben
he/she/it would have stemmed
zouden gestelpt hebben
we would have stemmed
zouden gestelpt hebben
you all would have stemmed
zouden gestelpt hebben
they would have stemmed
Du
Ihr
Imperative mood
stelp
stem
stelpt
stem

Examples of stelpen

Example in DutchTranslation in English
Binnen een paar uur zal hij een persconferentie moeten houden om het bloeden te stelpen.Within hours, he'll have to hold a press conference to stem the bleeding.
De arme meid probeerde het bloeden te stelpen, met haar vrije hand. Ze bloedde wellicht binnen twee minuten dood.The poor girl tried to stem the flow with her free hand... but likely bled out in a minute or two.
Het helpt het bloeden te stelpen.- Papa! It'll help stem the blood.
Het is een strook doek, vastgedraaid met een staaf of een stok, om het bloeden te stelpen.A tourniquet. It is a strip of cloth twisted tight with a rod or stick, to stem the bleeding.
Het is geweldig om 't bloeden van open wonden mee te stelpen.It's wonderful for cleaning out the system.
De bloeding is gestelpt.We've stemmed the bleeding.
Ik heb 't bloeden gestelpt en liet haar achter bij de SEH.I stemmed the bleeding, dropped her off in front of the ER.
Ik wil controleren of het bloeden is gestelpt.E.R. Thinks they've stemmed the bleeding, But I want to go in to be sure.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

sjilpen
twitter
stampen
do
stappen
pace
stekken
do
stellen
put
stemmen
vote
steppen
do
sterken
fortify
sterven
die
steunen
support
steuren
do
stippen
dot
stoepen
do
stolpen
do
stompen
punch

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'stem':

None found.
Learning languages?