Pleuren (to do) conjugation

Dutch
4 examples

Conjugation of pleuren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
pleur
I do
pleurt
you do
pleurt
he/she/it does
pleuren
we do
pleuren
you all do
pleuren
they do
Present perfect tense
heb gepleurd
I have done
hebt gepleurd
you have done
heeft gepleurd
he/she/it has done
hebben gepleurd
we have done
hebben gepleurd
you all have done
hebben gepleurd
they have done
Past tense
pleurde
I did
pleurde
you did
pleurde
he/she/it did
pleurden
we did
pleurden
you all did
pleurden
they did
Future tense
zal pleuren
I will do
zult pleuren
you will do
zal pleuren
he/she/it will do
zullen pleuren
we will do
zullen pleuren
you all will do
zullen pleuren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou pleuren
I would do
zou pleuren
you would do
zou pleuren
he/she/it would do
zouden pleuren
we would do
zouden pleuren
you all would do
zouden pleuren
they would do
Subjunctive mood
pleure
I do
pleure
you do
pleure
he/she/it do
pleure
we do
pleure
you all do
pleure
they do
Past perfect tense
had gepleurd
I had done
had gepleurd
you had done
had gepleurd
he/she/it had done
hadden gepleurd
we had done
hadden gepleurd
you all had done
hadden gepleurd
they had done
Future perf.
zal gepleurd hebben
I will have done
zal gepleurd hebben
you will have done
zal gepleurd hebben
he/she/it will have done
zullen gepleurd hebben
we will have done
zullen gepleurd hebben
you all will have done
zullen gepleurd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepleurd hebben
I would have done
zou gepleurd hebben
you would have done
zou gepleurd hebben
he/she/it would have done
zouden gepleurd hebben
we would have done
zouden gepleurd hebben
you all would have done
zouden gepleurd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
pleur
do
pleurt
do

Examples of pleuren

Example in DutchTranslation in English
Je kwetst mij zo vaak, maar daarom pleur ik je nog niet door de muur.I don't like most of what you say. I try to resist the urge to shove you through a wall.
Leg hem maar in de auto zodat ik hem niet... per ongeluk in de vuilnisbak pleur.Why don't you put it in the car so I don't accidentally... -...toss it in that dumpster? -Okay.
Mr Reiner, pleur een eind op.Hey, Mr Reiner, why don't you butt out?
Ineens knapt er een enorme kabel. De hele hijskraan pleurt verdomme tegen d'r benen. "M'n benen", gilt ze.Suddenly, this big steam fitting bursts and this enormous goddamn crane crashes right down on her legs and she's screaming "My legs!

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

fleuren
brighten
kleuren
colour
pleiten
do
plekken
do
plempen
lay out
plengen
shed
plenzen
do
pletsen
do
pletten
flatter
sleuren
drag
speuren
trace
steuren
do
treuren
grieve

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?