Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Schoren (to abet) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
schoor
schoort
schoort
schoren
schoren
schoren
Present perfect tense
heb geschoord
hebt geschoord
heeft geschoord
hebben geschoord
hebben geschoord
hebben geschoord
Past tense
schoorde
schoorde
schoorde
schoorden
schoorden
schoorden
Future tense
zal schoren
zult schoren
zal schoren
zullen schoren
zullen schoren
zullen schoren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou schoren
zou schoren
zou schoren
zouden schoren
zouden schoren
zouden schoren
Subjunctive mood
schore
schore
schore
schore
schore
schore
Past perfect tense
had geschoord
had geschoord
had geschoord
hadden geschoord
hadden geschoord
hadden geschoord
Future perf.
zal geschoord hebben
zal geschoord hebben
zal geschoord hebben
zullen geschoord hebben
zullen geschoord hebben
zullen geschoord hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geschoord hebben
zou geschoord hebben
zou geschoord hebben
zouden geschoord hebben
zouden geschoord hebben
zouden geschoord hebben
Du
Ihr
Imperative mood
schoor
schoort

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afhoren
do
behoren
belong
ophoren
do
schaden
damage
schaken
shift
schalen
do
schamen
be ashamed
scharen
do
schaven
plane
schelen
make a difference
schepen
do
scheren
shave
scholen
school
schonen
clean
schoven
do

Similar but longer

schorsen
postpone
schorten
grow dark

Random

saboteren
saber
sauteren
do
scalperen
scalp
scharren
scrape
schoffelen
weed
schoolgaan
school stay
schoonbijten
clean bite
schoppen
kick
schorsen
postpone
schranzen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'abet':

None found.