Overjagen (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of overjagen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
jaag over
I do
jaagt over
you do
jaagt over
he/she/it does
jagen over
we do
jagen over
you all do
jagen over
they do
Present perfect tense
heb overgejaagd
I have done
hebt overgejaagd
you have done
heeft overgejaagd
he/she/it has done
hebben overgejaagd
we have done
hebben overgejaagd
you all have done
hebben overgejaagd
they have done
Past tense
jaagde over;joeg over
I did
jaagde over;joeg over
you did
jaagde over;joeg over
he/she/it did
jaagden over;joegen over
we did
jaagden over;joegen over
you all did
jaagden over;joegen over
they did
Future tense
zal overjagen
I will do
zult overjagen
you will do
zal overjagen
he/she/it will do
zullen overjagen
we will do
zullen overjagen
you all will do
zullen overjagen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overjagen
I would do
zou overjagen
you would do
zou overjagen
he/she/it would do
zouden overjagen
we would do
zouden overjagen
you all would do
zouden overjagen
they would do
Subjunctive mood
jage over
I do
jage over
you do
jage over
he/she/it do
jage over
we do
jage over
you all do
jage over
they do
Past perfect tense
had overgejaagd
I had done
had overgejaagd
you had done
had overgejaagd
he/she/it had done
hadden overgejaagd
we had done
hadden overgejaagd
you all had done
hadden overgejaagd
they had done
Future perf.
zal overgejaagd hebben
I will have done
zal overgejaagd hebben
you will have done
zal overgejaagd hebben
he/she/it will have done
zullen overgejaagd hebben
we will have done
zullen overgejaagd hebben
you all will have done
zullen overgejaagd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overgejaagd hebben
I would have done
zou overgejaagd hebben
you would have done
zou overgejaagd hebben
he/she/it would have done
zouden overgejaagd hebben
we would have done
zouden overgejaagd hebben
you all would have done
zouden overgejaagd hebben
they would have done
Present bijzin tense
overjaag
I do
overjaagt
you do
overjaagt
he/she/it does
overjagen
we do
overjagen
you all do
overjagen
they do
Past bijzin tense
overjaagde;overjoeg
I did
overjaagde;overjoeg
you did
overjaagde;overjoeg
he/she/it did
overjaagden;overjoegen
we did
overjaagden;overjoegen
you all did
overjaagden;overjoegen
they did
Future bijzin tense
zal overjagen
I will do
zult overjagen
you will do
zal overjagen
he/she/it will do
zullen overjagen
we will do
zullen overjagen
you all will do
zullen overjagen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou overjagen
I would do
zou overjagen
you would do
zou overjagen
he/she/it would do
zouden overjagen
we would do
zouden overjagen
you all would do
zouden overjagen
they would do
Subjunctive bijzin mood
overjage
I do
overjage
you do
overjage
he/she/it do
overjage
we do
overjage
you all do
overjage
they do
Du
Ihr
Imperative mood
jaag over
do
jaagt
do

Examples of overjagen

Example in DutchTranslation in English
"Ik weet het niet" jaagt jou meestal stuipen op 't lijf."I don't know"-- That usually scares the crap out of you.
'Honger jaagt de wolven...' Je weet niet eens wat je zegt."Hunger is a terrible..." You don't really understand any of it
- Er is een man die drie dingen doet: Hij slaapt, eet en jaagt. Hij kiest wat hij doet... op basis van het seizoen, de tijd van de dag en het weer.There's a guy, he does three things- he sleeps, he eats, and he hunts- and he chooses which one of those three things to do based on the season, the time of day, and the weather.
- Gezegd wordt dat hij kinderen observeert... vanachter zijn raam, op hen jaagt, hen fileert, hen opeet.Supposedly, he watches the kids from his window... Hunts 'em, Skins 'em,
- Hij jaagt niet.He doesn't hunt.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

overwegen
consider

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?