Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Overhoopliggen (to be in a mess) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lig overhoop
ligt overhoop
ligt overhoop
liggen overhoop
liggen overhoop
liggen overhoop
Present perfect tense
heb overhoopgelegen
hebt overhoopgelegen
heeft overhoopgelegen
hebben overhoopgelegen
hebben overhoopgelegen
hebben overhoopgelegen
Past tense
lag overhoop
lag overhoop
lag overhoop
lagen overhoop
lagen overhoop
lagen overhoop
Future tense
zal overhoopliggen
zult overhoopliggen
zal overhoopliggen
zullen overhoopliggen
zullen overhoopliggen
zullen overhoopliggen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overhoopliggen
zou overhoopliggen
zou overhoopliggen
zouden overhoopliggen
zouden overhoopliggen
zouden overhoopliggen
Subjunctive mood
ligge overhoop
ligge overhoop
ligge overhoop
ligge overhoop
ligge overhoop
ligge overhoop
Past perfect tense
had overhoopgelegen
had overhoopgelegen
had overhoopgelegen
hadden overhoopgelegen
hadden overhoopgelegen
hadden overhoopgelegen
Future perf.
zal overhoopgelegen hebben
zal overhoopgelegen hebben
zal overhoopgelegen hebben
zullen overhoopgelegen hebben
zullen overhoopgelegen hebben
zullen overhoopgelegen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overhoopgelegen hebben
zou overhoopgelegen hebben
zou overhoopgelegen hebben
zouden overhoopgelegen hebben
zouden overhoopgelegen hebben
zouden overhoopgelegen hebben
Present bijzin tense
overhooplig
overhoopligt
overhoopligt
overhoopliggen
overhoopliggen
overhoopliggen
Past bijzin tense
overhooplag
overhooplag
overhooplag
overhooplagen
overhooplagen
overhooplagen
Future bijzin tense
zal overhoopliggen
zult overhoopliggen
zal overhoopliggen
zullen overhoopliggen
zullen overhoopliggen
zullen overhoopliggen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou overhoopliggen
zou overhoopliggen
zou overhoopliggen
zouden overhoopliggen
zouden overhoopliggen
zouden overhoopliggen
Subjunctive bijzin mood
overhoopligge
overhoopligge
overhoopligge
overhoopligge
overhoopligge
overhoopligge
Du
Ihr
Imperative mood
lig overhoop
ligt overhoop

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'be in a mess':

None found.