Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Overhoophalen (to do) conjugation

Dutch
4 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
haal overhoop
haalt overhoop
haalt overhoop
halen overhoop
halen overhoop
halen overhoop
Present perfect tense
heb overhoopgehaald
hebt overhoopgehaald
heeft overhoopgehaald
hebben overhoopgehaald
hebben overhoopgehaald
hebben overhoopgehaald
Past tense
haalde overhoop
haalde overhoop
haalde overhoop
haalden overhoop
haalden overhoop
haalden overhoop
Future tense
zal overhoophalen
zult overhoophalen
zal overhoophalen
zullen overhoophalen
zullen overhoophalen
zullen overhoophalen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou overhoophalen
zou overhoophalen
zou overhoophalen
zouden overhoophalen
zouden overhoophalen
zouden overhoophalen
Subjunctive mood
hale overhoop
hale overhoop
hale overhoop
hale overhoop
hale overhoop
hale overhoop
Past perfect tense
had overhoopgehaald
had overhoopgehaald
had overhoopgehaald
hadden overhoopgehaald
hadden overhoopgehaald
hadden overhoopgehaald
Future perf.
zal overhoopgehaald hebben
zal overhoopgehaald hebben
zal overhoopgehaald hebben
zullen overhoopgehaald hebben
zullen overhoopgehaald hebben
zullen overhoopgehaald hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou overhoopgehaald hebben
zou overhoopgehaald hebben
zou overhoopgehaald hebben
zouden overhoopgehaald hebben
zouden overhoopgehaald hebben
zouden overhoopgehaald hebben
Present bijzin tense
overhoophaal
overhoophaalt
overhoophaalt
overhoophalen
overhoophalen
overhoophalen
Past bijzin tense
overhoophaalde
overhoophaalde
overhoophaalde
overhoophaalden
overhoophaalden
overhoophaalden
Future bijzin tense
zal overhoophalen
zult overhoophalen
zal overhoophalen
zullen overhoophalen
zullen overhoophalen
zullen overhoophalen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou overhoophalen
zou overhoophalen
zou overhoophalen
zouden overhoophalen
zouden overhoophalen
zouden overhoophalen
Subjunctive bijzin mood
overhoophale
overhoophale
overhoophale
overhoophale
overhoophale
overhoophale
Du
Ihr
Imperative mood
haal overhoop
haalt overhoop

Examples of overhoophalen

Example in DutchTranslation in English
Ons leven zo overhoophalen.Turning our lives upside down like this?
We willen je drukke schema niet overhoophalen.Because we don't want to interrupt your busy schedule, Nurse Stein.
Zodra ik hier weg ben, laat jij zelf het huis overhoophalen.Right, like the minute I'm out of here, you're not gonna have contractors downstairs tearing apart the walls.
Ik weet dat ik haar leven overhoophaalde, maar dat was niet de bedoeling.I know that I messed up her life. But I didn't mean to.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opwroeten
do
opzadelen
saddle up
overbelichten
overexpose
overbrengen
convey
overeenbrengen
reconcile with
overhangen
do
overhoopgooien
turn upside down
overhoopliggen
be in a mess
overhoopsteken
stab
overplaatsen
transfer

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.