Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Opwroeten (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
wroet op
wroet op
wroet op
wroeten op
wroeten op
wroeten op
Present perfect tense
heb opgewroet
hebt opgewroet
heeft opgewroet
hebben opgewroet
hebben opgewroet
hebben opgewroet
Past tense
wroette op
wroette op
wroette op
wroetten op
wroetten op
wroetten op
Future tense
zal opwroeten
zult opwroeten
zal opwroeten
zullen opwroeten
zullen opwroeten
zullen opwroeten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou opwroeten
zou opwroeten
zou opwroeten
zouden opwroeten
zouden opwroeten
zouden opwroeten
Subjunctive mood
wroete op
wroete op
wroete op
wroete op
wroete op
wroete op
Past perfect tense
had opgewroet
had opgewroet
had opgewroet
hadden opgewroet
hadden opgewroet
hadden opgewroet
Future perf.
zal opgewroet hebben
zal opgewroet hebben
zal opgewroet hebben
zullen opgewroet hebben
zullen opgewroet hebben
zullen opgewroet hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opgewroet hebben
zou opgewroet hebben
zou opgewroet hebben
zouden opgewroet hebben
zouden opgewroet hebben
zouden opgewroet hebben
Present bijzin tense
opwroet
opwroet
opwroet
opwroeten
opwroeten
opwroeten
Past bijzin tense
opwroette
opwroette
opwroette
opwroetten
opwroetten
opwroetten
Future bijzin tense
zal opwroeten
zult opwroeten
zal opwroeten
zullen opwroeten
zullen opwroeten
zullen opwroeten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou opwroeten
zou opwroeten
zou opwroeten
zouden opwroeten
zouden opwroeten
zouden opwroeten
Subjunctive bijzin mood
opwroete
opwroete
opwroete
opwroete
opwroete
opwroete
Du
Ihr
Imperative mood
wroet op
wroet op

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

inwroeten
do
nawroeten
do
omwroeten
rout

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

opsparen
hoard
opstrijken
rake in
optransformeren
step up
optrekken
pull up
opwerpen
raise
opwinden
raise
opwrijven
polish
opzadelen
saddle up
opzijzetten
put aside
overcompenseren
overcompensate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.