Ontmaskeren (to unmask) conjugation

Dutch
21 examples

Conjugation of ontmaskeren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontmasker
I unmask
ontmaskert
you unmask
ontmaskert
he/she/it unmasks
ontmaskeren
we unmask
ontmaskeren
you all unmask
ontmaskeren
they unmask
Present perfect tense
heb ontmaskerd
I have unmasked
hebt ontmaskerd
you have unmasked
heeft ontmaskerd
he/she/it has unmasked
hebben ontmaskerd
we have unmasked
hebben ontmaskerd
you all have unmasked
hebben ontmaskerd
they have unmasked
Past tense
ontmaskerde
I unmasked
ontmaskerde
you unmasked
ontmaskerde
he/she/it unmasked
ontmaskerden
we unmasked
ontmaskerden
you all unmasked
ontmaskerden
they unmasked
Future tense
zal ontmaskeren
I will unmask
zult ontmaskeren
you will unmask
zal ontmaskeren
he/she/it will unmask
zullen ontmaskeren
we will unmask
zullen ontmaskeren
you all will unmask
zullen ontmaskeren
they will unmask
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontmaskeren
I would unmask
zou ontmaskeren
you would unmask
zou ontmaskeren
he/she/it would unmask
zouden ontmaskeren
we would unmask
zouden ontmaskeren
you all would unmask
zouden ontmaskeren
they would unmask
Subjunctive mood
ontmaskere
I unmask
ontmaskere
you unmask
ontmaskere
he/she/it unmask
ontmaskere
we unmask
ontmaskere
you all unmask
ontmaskere
they unmask
Past perfect tense
had ontmaskerd
I had unmasked
had ontmaskerd
you had unmasked
had ontmaskerd
he/she/it had unmasked
hadden ontmaskerd
we had unmasked
hadden ontmaskerd
you all had unmasked
hadden ontmaskerd
they had unmasked
Future perf.
zal ontmaskerd hebben
I will have unmasked
zal ontmaskerd hebben
you will have unmasked
zal ontmaskerd hebben
he/she/it will have unmasked
zullen ontmaskerd hebben
we will have unmasked
zullen ontmaskerd hebben
you all will have unmasked
zullen ontmaskerd hebben
they will have unmasked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontmaskerd hebben
I would have unmasked
zou ontmaskerd hebben
you would have unmasked
zou ontmaskerd hebben
he/she/it would have unmasked
zouden ontmaskerd hebben
we would have unmasked
zouden ontmaskerd hebben
you all would have unmasked
zouden ontmaskerd hebben
they would have unmasked
Du
Ihr
Imperative mood
ontmasker
unmask
ontmaskert
unmask

Examples of ontmaskeren

Example in DutchTranslation in English
- Je komt om haar te ontmaskeren en ondertussen ontmaskert ze jou.Well, let's face it, Stanley, you came to unmask her, and she's unmasked you.
Allen uiterst moeilijk te ontmaskeren.All of whom are proving extremely difficult to unmask.
Als hij van plan was zo'n groep te ontmaskeren...If he planned to unmask such a group...
Dames en heren, ik ga de schutter ontmaskeren.Ladies and gentlemen, it's time to unmask the shooter.
Dat betekent hier: een wrede en talentloze brandstichter ontmaskeren en het mysterie van de brand bij Baudelaire oplossen.The Baudelaires had triumphed. A word which here means, "unmasking a cruel and talentless arsonist and solving the mystery of the Baudelaire fire."
- Je komt om haar te ontmaskeren en ondertussen ontmaskert ze jou.Well, let's face it, Stanley, you came to unmask her, and she's unmasked you.
Dus als Monsieur Poirot de moordenaar ontmaskert ... .. we zullen zien of ik gelijk heb.So when Monsieur Poirot unmasks the killer... ..we shall see if I'm right.
Holmes ontmaskert de moordenaar door iets wat niet gebeurde.Holmes unmasks the murderer because of what didn't happen.
Ik ga niet wachten tot Wadsworth me ontmaskert.I'm not going to wait for Wadsworth to unmask me.
Ik wil er gewoon zeker van zijn dat jouw stormloop... om de normale mens te inspireren niet Clark Kent ontmaskert.I just want to make sure that your rush to inspire Joe Six-Pack doesn't unmask Clark Kent.
"Batman ontmaskerd," en ik kan er niks mee doen.Batman unmasked! And there is not a blessed thing I can do about it.
"de meest beruchte en gevreesde koeiendief... gepakt en ontmaskerd werd door drie bijzondere melkkoeien. ""the most notorious and feared cattle rustler... was apprehended and unmasked by three unusual dairy cows. "
- 'Eens ontmaskerd wordt gevreesd ..'- 'Once unmasked it is feared..'
-Wat? -Ja, zo werd Joe Klein... ontmaskerd als de auteur van Primary colors.That's how Joe Klein was unmasked as the author of "primary colors."
... en is ontmaskerd....andwasunmasked.
'En het licht van God scheen en ontmaskerde het ellendig wezen.'"And the Lord's light shone true and unmasked the wretched creature."
Berry ontmaskerde deze vrouw als een bedriegster en vroeg haar te vertrekken.Berry unmasked this woman as an impostor and asked her to leave.
Een goede helderziende zou de politie erbij vragen... om de ontmaskerde moordenaar te arresteren.A truly world-class psychic would invite police officials up on the stage to make an arrest once the killer has been unmasked.
En het licht van de heer scheen en ontmaskerde het ellendig wezen.And the Lord's light shone true and unmasked the wretched creature.
Mysterie Inc. doneert met trots de kostuums van de ontmaskerde boeven.Mystery Inc. Is proud to donate the costumes of criminals we've unmasked.
Misschien iemand die we ontmaskerden.Maybe it's someone we unmasked.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

onderwaarderen
undervalue
ontdoen
discard
ontglippen
slip
onthaasten
unwind
ontknopen
unbutton
ontkolen
do
ontlokken
provoke
ontmantelen
dismantle
ontmasten
dismast
ontmuggen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'unmask':

None found.
Learning languages?