Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Canneleren (to groove) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
canneleer
canneleert
canneleert
canneleren
canneleren
canneleren
Present perfect tense
heb gecanneleerd
hebt gecanneleerd
heeft gecanneleerd
hebben gecanneleerd
hebben gecanneleerd
hebben gecanneleerd
Past tense
canneleerde
canneleerde
canneleerde
canneleerden
canneleerden
canneleerden
Future tense
zal canneleren
zult canneleren
zal canneleren
zullen canneleren
zullen canneleren
zullen canneleren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou canneleren
zou canneleren
zou canneleren
zouden canneleren
zouden canneleren
zouden canneleren
Subjunctive mood
cannelere
cannelere
cannelere
cannelere
cannelere
cannelere
Past perfect tense
had gecanneleerd
had gecanneleerd
had gecanneleerd
hadden gecanneleerd
hadden gecanneleerd
hadden gecanneleerd
Future perf.
zal gecanneleerd hebben
zal gecanneleerd hebben
zal gecanneleerd hebben
zullen gecanneleerd hebben
zullen gecanneleerd hebben
zullen gecanneleerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gecanneleerd hebben
zou gecanneleerd hebben
zou gecanneleerd hebben
zouden gecanneleerd hebben
zouden gecanneleerd hebben
zouden gecanneleerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
canneleer
canneleert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'groove':

None found.