Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Cancelen (to cancel) conjugation

Dutch
18 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
cancel
cancelt
cancelt
cancelen
cancelen
cancelen
Present perfect tense
heb gecanceld
hebt gecanceld
heeft gecanceld
hebben gecanceld
hebben gecanceld
hebben gecanceld
Past tense
cancelde
cancelde
cancelde
cancelden
cancelden
cancelden
Future tense
zal cancelen
zult cancelen
zal cancelen
zullen cancelen
zullen cancelen
zullen cancelen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou cancelen
zou cancelen
zou cancelen
zouden cancelen
zouden cancelen
zouden cancelen
Subjunctive mood
cancele
cancele
cancele
cancele
cancele
cancele
Past perfect tense
had gecanceld
had gecanceld
had gecanceld
hadden gecanceld
hadden gecanceld
hadden gecanceld
Future perf.
zal gecanceld hebben
zal gecanceld hebben
zal gecanceld hebben
zullen gecanceld hebben
zullen gecanceld hebben
zullen gecanceld hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gecanceld hebben
zou gecanceld hebben
zou gecanceld hebben
zouden gecanceld hebben
zouden gecanceld hebben
zouden gecanceld hebben
Du
Ihr
Imperative mood
cancel
cancelt

Examples of cancelen

Example in DutchTranslation in English
Als we vandaag cancelen, kost me dat 23.412 euro.If we have to cancel today it'll cost me 23,41 2 euro.
En dan slijm je weer bij Percy en wil je me cancelen.And the next, you're kissing Percy's ass, Ready to cancel me.
En ik denk dat je je ticket voor de vlucht naar Lucas ook kunt cancelen.And I'm kind of thinking you should cancel your plane ride to ask Lucas, too.
Hoe dan ook, sorry dat ik de Emma bijeenkomst moest cancelen, maar laten we het vanavond proberen, oké?Anyway, sorry about having to cancel the Emma summit last night, but let's try to make it work tonight, okay?
Ik kan het bevel van Sarah Jane niet cancelen.I cannot cancel Sarah Jane's order.
- Druk gewoon cancel.Oh, just hit cancel.
- Ik cancel mijn eetplannen.I'll cancel my supper plans.
Agnes, cancel mijn afspraken.Agnes, cancel my appointments.
Amy, cancel mijn afspraken.- Amy, cancel my appointments.
EMS, cancel de hartaanval.EMS, cancel the cardiac.
Als ze haar verhuizing cancelt, is ze gevallen voor Mr. Fix It.When she cancels her move, she's fallen for Mr. Fix It.
Je regelt en cancelt je eerste afspraakje in minder dan een uur.You get and cancel your first date in less than an hour.
- Toen haar telenovela... gecanceld werd, werd de broche wellicht doordrenkt met haar verlangen om te ontsnappen.When her telenovela was cancelled, maybe the brooch was imbued with her longing to escape.
De vlucht van Avery en Tyler is gecanceld.Got a text from Avery and Tyler. Their flights are cancelled.
Ja, we hebben de vliegmaatschappij gebeld... en de vlucht was gecanceld.Yes. We took your advice, and we called the airlines and our flights were cancelled. So...
Je moet iemand anders vinden tegen eind deze week, of we worden gecanceld.You'd better be right. Because you gotta find me another one by the end of the week or else we're cancelled.
Je vlucht is gecanceld.Your flight's been cancelled.
Schat ik wilde je moeder ontmoeten op Bali en ze cancelden de vlucht.Darling! l was meeting your mother in Bali, and they cancelled the flight.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

brutaliseren
brutalize
budgetteren
budget
buigen
bend
buitelen
tumble
buitenwippen
do
buitmaken
plunder
bulderen
roar
burlen
bell
camoufleren
camouflage
canneleren
groove

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'cancel':

None found.