Beroemen (to boast) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of beroemen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
beroem
I boast
beroemt
you boast
beroemt
he/she/it boasts
beroemen
we boast
beroemen
you all boast
beroemen
they boast
Present perfect tense
heb beroemd
I have boasted
hebt beroemd
you have boasted
heeft beroemd
he/she/it has boasted
hebben beroemd
we have boasted
hebben beroemd
you all have boasted
hebben beroemd
they have boasted
Past tense
beroemde
I boasted
beroemde
you boasted
beroemde
he/she/it boasted
beroemden
we boasted
beroemden
you all boasted
beroemden
they boasted
Future tense
zal beroemen
I will boast
zult beroemen
you will boast
zal beroemen
he/she/it will boast
zullen beroemen
we will boast
zullen beroemen
you all will boast
zullen beroemen
they will boast
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou beroemen
I would boast
zou beroemen
you would boast
zou beroemen
he/she/it would boast
zouden beroemen
we would boast
zouden beroemen
you all would boast
zouden beroemen
they would boast
Subjunctive mood
beroeme
I boast
beroeme
you boast
beroeme
he/she/it boast
beroeme
we boast
beroeme
you all boast
beroeme
they boast
Past perfect tense
had beroemd
I had boasted
had beroemd
you had boasted
had beroemd
he/she/it had boasted
hadden beroemd
we had boasted
hadden beroemd
you all had boasted
hadden beroemd
they had boasted
Future perf.
zal beroemd hebben
I will have boasted
zal beroemd hebben
you will have boasted
zal beroemd hebben
he/she/it will have boasted
zullen beroemd hebben
we will have boasted
zullen beroemd hebben
you all will have boasted
zullen beroemd hebben
they will have boasted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou beroemd hebben
I would have boasted
zou beroemd hebben
you would have boasted
zou beroemd hebben
he/she/it would have boasted
zouden beroemd hebben
we would have boasted
zouden beroemd hebben
you all would have boasted
zouden beroemd hebben
they would have boasted
Du
Ihr
Imperative mood
beroem
boast
beroemt
boast

Examples of beroemen

Example in DutchTranslation in English
Hoeveel andere generaals kunnen zich beroemen op de voorkeur en steun van hun leider die zo begenadigd is in de krijgskunst?How many other generals can boast the favour and support of a leader so gifted in the arts of war?
U beroemde u er op dat gesproken woorden als sneeuw voor de zon waren... en nutteloos als bewijs. Dat bracht Kenna op een briljant idee.You boasted that spoken words were like smoke in the wind, useless as evidence, and that gave Kenna a brilliant idea.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

beademen
do
beasemen
do
benoemen
nominate
berijmen
rime
beroepen
do
beroeren
touch
berouwen
repent

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

believen
please
bensjen
bentsh
bepekken
pitch it
bepleiten
plaster
beringen
do
berispen
blame
beroepen
do
beroken
fume
beschrijven
describe
beslechten
settle

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'boast':

None found.
Learning languages?