Plamuren (to fill) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of plamuren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
plamuur
I fill
plamuurt
you fill
plamuurt
he/she/it fills
plamuren
we fill
plamuren
you all fill
plamuren
they fill
Present perfect tense
heb geplamuurd
I have filled
hebt geplamuurd
you have filled
heeft geplamuurd
he/she/it has filled
hebben geplamuurd
we have filled
hebben geplamuurd
you all have filled
hebben geplamuurd
they have filled
Past tense
plamuurde
I filled
plamuurde
you filled
plamuurde
he/she/it filled
plamuurden
we filled
plamuurden
you all filled
plamuurden
they filled
Future tense
zal plamuren
I will fill
zult plamuren
you will fill
zal plamuren
he/she/it will fill
zullen plamuren
we will fill
zullen plamuren
you all will fill
zullen plamuren
they will fill
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou plamuren
I would fill
zou plamuren
you would fill
zou plamuren
he/she/it would fill
zouden plamuren
we would fill
zouden plamuren
you all would fill
zouden plamuren
they would fill
Subjunctive mood
plamure
I fill
plamure
you fill
plamure
he/she/it fill
plamure
we fill
plamure
you all fill
plamure
they fill
Past perfect tense
had geplamuurd
I had filled
had geplamuurd
you had filled
had geplamuurd
he/she/it had filled
hadden geplamuurd
we had filled
hadden geplamuurd
you all had filled
hadden geplamuurd
they had filled
Future perf.
zal geplamuurd hebben
I will have filled
zal geplamuurd hebben
you will have filled
zal geplamuurd hebben
he/she/it will have filled
zullen geplamuurd hebben
we will have filled
zullen geplamuurd hebben
you all will have filled
zullen geplamuurd hebben
they will have filled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geplamuurd hebben
I would have filled
zou geplamuurd hebben
you would have filled
zou geplamuurd hebben
he/she/it would have filled
zouden geplamuurd hebben
we would have filled
zouden geplamuurd hebben
you all would have filled
zouden geplamuurd hebben
they would have filled
Du
Ihr
Imperative mood
plamuur
fill
plamuurt
fill

Examples of plamuren

Example in DutchTranslation in English
Ik moest naar buiten en haalde wat plamuur.- Sorry to interrupt. I, uh, had to go out and get some wall filler.
Ik weet niet op welk punt het technisch gezien op een raam lijkt. maar niets wat ik niet kan herstellen met wat plamuur en veel verf.Well, I don't know at what point it technically qualifies as a window, but, hey, nothing I can't fix with some wall filler and a lot of paint.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

planeren
plane
plateren
plat

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

petsen
do
peuteren
pick
pinkeren
pink honor
pissen
piss
plaatsmaken
make way
plakken
paste
planeren
plane
plankzeilen
windsurf
planten
plant
plempen
lay out

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'fill':

None found.
Learning languages?