Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Zoemen (to buzz) conjugation

Dutch
25 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zoem
zoemt
zoemt
zoemen
zoemen
zoemen
Present perfect tense
heb gezoemd
hebt gezoemd
heeft gezoemd
hebben gezoemd
hebben gezoemd
hebben gezoemd
Past tense
zoemde
zoemde
zoemde
zoemden
zoemden
zoemden
Future tense
zal zoemen
zult zoemen
zal zoemen
zullen zoemen
zullen zoemen
zullen zoemen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zoemen
zou zoemen
zou zoemen
zouden zoemen
zouden zoemen
zouden zoemen
Subjunctive mood
zoeme
zoeme
zoeme
zoeme
zoeme
zoeme
Past perfect tense
had gezoemd
had gezoemd
had gezoemd
hadden gezoemd
hadden gezoemd
hadden gezoemd
Future perf.
zal gezoemd hebben
zal gezoemd hebben
zal gezoemd hebben
zullen gezoemd hebben
zullen gezoemd hebben
zullen gezoemd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezoemd hebben
zou gezoemd hebben
zou gezoemd hebben
zouden gezoemd hebben
zouden gezoemd hebben
zouden gezoemd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
zoem
zoemt

Examples of zoemen

Example in DutchTranslation in English
"Mijn ziel lijkt wel een bromvlieg, zoals hij maar al te vaak blijft zoemen op de vensterbank""My soul, like some "heat-maddened summer fly, keeps buzzing at the sill.
"de bijen zoemen bij mijn knieën.""The bees buzz by my knees."
(Insect zoemen)(insect buzzing)
(Kettingzaag toeren, zoemen)(chainsaw revving, buzzing)
(Snelle elektronische zoemen)(rapid electronic buzzing)
- Zoem, zoem.- Buzz, buzz.
Buzzlina, zoem zoem.Buzzlina, buzz buzz.
Een zoem voor Don, twee voor Mr. en Mw.One buzz for Don, two buzzes for Mr. and Mrs.
En de koeien staan stil wanneer ik zoem als 'n wesp.- Listen, Mr. Hayseed. - I can get the cows to stand still when I buzz like a wasp.
Goed, maar ik zoem niet.- All right, but I don't buzz.
( intercom zoemt )( intercom buzzes )
(Lock zoemt, klink klikken)(lock buzzes, latch clicks)
- Er zoemt iets.There's something buzzing.
Alleen zoemt het schip.Just the ship's abuzz.
Als een vlieg die rond mijn hoofd zoemt.It's like a fly buzzing around my head.
Hij heeft gezoemd.He just buzzed.
Wow, ik voel me echt gezoemd.Wow, I feel really buzzed.
- Hij zoemde naar mij.- It buzzed me.
- Ze kwamen terug. Ze zoemden langs de faciliteit om de verdedigingslinie te testen, maar zijn nu weg. Denk je dat ze het heeft gered?They came back, they buzzed the facility to test You thinketer defenses, but tshe made it?
Nee, ze gewoon zoemden me inNo, she just buzzed me in.
(Vliegen zoemend) Hungry!(flies buzzing) Hungry!
- Hallo, we horen een luid zoemend geluid op de tiende verdieping.Hi, uh, we hear a loud buzzing on the 10th floor.
En geloof me... ( zoemend ):And trust me... ( buzzing ):
Hij vertelde een verhaal over het zien van een helder verlicht toestel boven hem zoemend in noord-Nevada.He told this story about seeing this brightly lit craft buzzing over him in northern Nevada.
Ik ben een zoemend bijtje.I am a buzzing bee.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ademen
breathe
asemen
do
doemen
condemn
flemen
cajole
kiemen
germinate
noemen
call
riemen
do
roemen
praise
zoeken
search
zoelen
do
zoenen
kiss
zoeten
sugar
zoeven
whiz
zonnen
sunbathe
zoomen
zoom

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

woelen
toss
zaaien
sow
zaligen
descend
zepen
soap
zeuren
whine
zitten
sit
zoelen
do
zoenen
kiss
zorg dragen
take care
zwarten
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'buzz':

None found.