Zoemen (to buzz) conjugation

Dutch
25 examples

Conjugation of zoemen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zoem
I buzz
zoemt
you buzz
zoemt
he/she/it buzzes
zoemen
we buzz
zoemen
you all buzz
zoemen
they buzz
Present perfect tense
heb gezoemd
I have buzzed
hebt gezoemd
you have buzzed
heeft gezoemd
he/she/it has buzzed
hebben gezoemd
we have buzzed
hebben gezoemd
you all have buzzed
hebben gezoemd
they have buzzed
Past tense
zoemde
I buzzed
zoemde
you buzzed
zoemde
he/she/it buzzed
zoemden
we buzzed
zoemden
you all buzzed
zoemden
they buzzed
Future tense
zal zoemen
I will buzz
zult zoemen
you will buzz
zal zoemen
he/she/it will buzz
zullen zoemen
we will buzz
zullen zoemen
you all will buzz
zullen zoemen
they will buzz
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zoemen
I would buzz
zou zoemen
you would buzz
zou zoemen
he/she/it would buzz
zouden zoemen
we would buzz
zouden zoemen
you all would buzz
zouden zoemen
they would buzz
Subjunctive mood
zoeme
I buzz
zoeme
you buzz
zoeme
he/she/it buzz
zoeme
we buzz
zoeme
you all buzz
zoeme
they buzz
Past perfect tense
had gezoemd
I had buzzed
had gezoemd
you had buzzed
had gezoemd
he/she/it had buzzed
hadden gezoemd
we had buzzed
hadden gezoemd
you all had buzzed
hadden gezoemd
they had buzzed
Future perf.
zal gezoemd hebben
I will have buzzed
zal gezoemd hebben
you will have buzzed
zal gezoemd hebben
he/she/it will have buzzed
zullen gezoemd hebben
we will have buzzed
zullen gezoemd hebben
you all will have buzzed
zullen gezoemd hebben
they will have buzzed
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezoemd hebben
I would have buzzed
zou gezoemd hebben
you would have buzzed
zou gezoemd hebben
he/she/it would have buzzed
zouden gezoemd hebben
we would have buzzed
zouden gezoemd hebben
you all would have buzzed
zouden gezoemd hebben
they would have buzzed
Du
Ihr
Imperative mood
zoem
buzz
zoemt
buzz

Examples of zoemen

Example in DutchTranslation in English
"Mijn ziel lijkt wel een bromvlieg, zoals hij maar al te vaak blijft zoemen op de vensterbank""My soul, like some "heat-maddened summer fly, keeps buzzing at the sill.
"de bijen zoemen bij mijn knieën.""The bees buzz by my knees."
(Insect zoemen)(insect buzzing)
(Kettingzaag toeren, zoemen)(chainsaw revving, buzzing)
(Snelle elektronische zoemen)(rapid electronic buzzing)
- Zoem, zoem.- Buzz, buzz.
Buzzlina, zoem zoem.Buzzlina, buzz buzz.
Een zoem voor Don, twee voor Mr. en Mw.One buzz for Don, two buzzes for Mr. and Mrs.
En de koeien staan stil wanneer ik zoem als 'n wesp.- Listen, Mr. Hayseed. - I can get the cows to stand still when I buzz like a wasp.
Goed, maar ik zoem niet.- All right, but I don't buzz.
( intercom zoemt )( intercom buzzes )
(Lock zoemt, klink klikken)(lock buzzes, latch clicks)
- Er zoemt iets.There's something buzzing.
Alleen zoemt het schip.Just the ship's abuzz.
Als een vlieg die rond mijn hoofd zoemt.It's like a fly buzzing around my head.
Hij heeft gezoemd.He just buzzed.
Wow, ik voel me echt gezoemd.Wow, I feel really buzzed.
- Hij zoemde naar mij.- It buzzed me.
- Ze kwamen terug. Ze zoemden langs de faciliteit om de verdedigingslinie te testen, maar zijn nu weg. Denk je dat ze het heeft gered?They came back, they buzzed the facility to test You thinketer defenses, but tshe made it?
Nee, ze gewoon zoemden me inNo, she just buzzed me in.
(Vliegen zoemend) Hungry!(flies buzzing) Hungry!
- Hallo, we horen een luid zoemend geluid op de tiende verdieping.Hi, uh, we hear a loud buzzing on the 10th floor.
En geloof me... ( zoemend ):And trust me... ( buzzing ):
Hij vertelde een verhaal over het zien van een helder verlicht toestel boven hem zoemend in noord-Nevada.He told this story about seeing this brightly lit craft buzzing over him in northern Nevada.
Ik ben een zoemend bijtje.I am a buzzing bee.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ademen
breathe
asemen
do
doemen
condemn
flemen
cajole
kiemen
germinate
noemen
call
riemen
do
roemen
praise
zoeken
search
zoelen
do
zoenen
kiss
zoeten
sugar
zoeven
whiz
zonnen
sunbathe
zoomen
zoom

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

woelen
toss
zaaien
sow
zaligen
descend
zepen
soap
zeuren
whine
zitten
sit
zoelen
do
zoenen
kiss
zorg dragen
take care
zwarten
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'buzz':

None found.
Learning languages?