Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Zengen (to scorch) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
zeng
zengt
zengt
zengen
zengen
zengen
Present perfect tense
heb gezengd
hebt gezengd
heeft gezengd
hebben gezengd
hebben gezengd
hebben gezengd
Past tense
zengde
zengde
zengde
zengden
zengden
zengden
Future tense
zal zengen
zult zengen
zal zengen
zullen zengen
zullen zengen
zullen zengen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou zengen
zou zengen
zou zengen
zouden zengen
zouden zengen
zouden zengen
Subjunctive mood
zenge
zenge
zenge
zenge
zenge
zenge
Past perfect tense
had gezengd
had gezengd
had gezengd
hadden gezengd
hadden gezengd
hadden gezengd
Future perf.
zal gezengd hebben
zal gezengd hebben
zal gezengd hebben
zullen gezengd hebben
zullen gezengd hebben
zullen gezengd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gezengd hebben
zou gezengd hebben
zou gezengd hebben
zouden gezengd hebben
zouden gezengd hebben
zouden gezengd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
zeng
zengt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

dingen
dine
hangen
droop
jongen
boy
langen
do
lengen
lengthen
mengen
mix
ringen
ring
tongen
do
vangen
catch
zeggen
say
zeiken
whine
zeilen
sail
zenden
leather
zetten
put
zeulen
lug

Similar but longer

afzengen
singe

Random

weiden
feed
wrijven
rub
wrikkelen
do
wurgen
wave
zagen
saw
zenderen
radio tracking
zepen
soap
zetelen
reside
zoeven
whiz
zorgen
care

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'scorch':

None found.