Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Wegeren (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
weger
wegert
wegert
wegeren
wegeren
wegeren
Present perfect tense
heb gewegerd
hebt gewegerd
heeft gewegerd
hebben gewegerd
hebben gewegerd
hebben gewegerd
Past tense
wegerde
wegerde
wegerde
wegerden
wegerden
wegerden
Future tense
zal wegeren
zult wegeren
zal wegeren
zullen wegeren
zullen wegeren
zullen wegeren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou wegeren
zou wegeren
zou wegeren
zouden wegeren
zouden wegeren
zouden wegeren
Subjunctive mood
wegere
wegere
wegere
wegere
wegere
wegere
Past perfect tense
had gewegerd
had gewegerd
had gewegerd
hadden gewegerd
hadden gewegerd
hadden gewegerd
Future perf.
zal gewegerd hebben
zal gewegerd hebben
zal gewegerd hebben
zullen gewegerd hebben
zullen gewegerd hebben
zullen gewegerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gewegerd hebben
zou gewegerd hebben
zou gewegerd hebben
zouden gewegerd hebben
zouden gewegerd hebben
zouden gewegerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
weger
wegert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

afgeren
do
begeren
desire
ergeren
annoy
legeren
empty
logeren
leach
negeren
ignore
regeren
govern
vigeren
do
wateren
urinate
wegdoen
put away

Similar but longer

wegteren
waste away
wegvoeren
carry
weigeren
refuse

Random

voortkabbelen
do
voortkomen
derive
vrijstellen
exempt
watertanden
mouth watering
weergalmen
reverberate
wegdeemsteren
do
wegdrijven
drive away
wegen
weigh
wegfietsen
do
wegkomen
get away

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.