Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Welven (to be succesful) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
welf
welft
welft
welven
welven
welven
Present perfect tense
heb gewelfd
hebt gewelfd
heeft gewelfd
hebben gewelfd
hebben gewelfd
hebben gewelfd
Past tense
welfde
welfde
welfde
welfden
welfden
welfden
Future tense
zal welven
zult welven
zal welven
zullen welven
zullen welven
zullen welven
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou welven
zou welven
zou welven
zouden welven
zouden welven
zouden welven
Subjunctive mood
welve
welve
welve
welve
welve
welve
Past perfect tense
had gewelfd
had gewelfd
had gewelfd
hadden gewelfd
hadden gewelfd
hadden gewelfd
Future perf.
zal gewelfd hebben
zal gewelfd hebben
zal gewelfd hebben
zullen gewelfd hebben
zullen gewelfd hebben
zullen gewelfd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gewelfd hebben
zou gewelfd hebben
zou gewelfd hebben
zouden gewelfd hebben
zouden gewelfd hebben
zouden gewelfd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
welf
welft

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

dalven
do
delven
dig
golven
golf
kalven
calve
kolven
do
wecken
do
wedden
wager
weiden
feed
weiven
do
wekken
wake
welken
do
wellen
soak
wenden
turn about
wenken
beckon
wennen
get used

Similar but longer

welvaren
be succesful

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'be succesful':

None found.