Watteren (to wad) conjugation

Dutch

Conjugation of watteren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
watteer
I wad
watteert
you wad
watteert
he/she/it wads
watteren
we wad
watteren
you all wad
watteren
they wad
Present perfect tense
heb gewatteerd
I have wadded
hebt gewatteerd
you have wadded
heeft gewatteerd
he/she/it has wadded
hebben gewatteerd
we have wadded
hebben gewatteerd
you all have wadded
hebben gewatteerd
they have wadded
Past tense
watteerde
I wadded
watteerde
you wadded
watteerde
he/she/it wadded
watteerden
we wadded
watteerden
you all wadded
watteerden
they wadded
Future tense
zal watteren
I will wad
zult watteren
you will wad
zal watteren
he/she/it will wad
zullen watteren
we will wad
zullen watteren
you all will wad
zullen watteren
they will wad
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou watteren
I would wad
zou watteren
you would wad
zou watteren
he/she/it would wad
zouden watteren
we would wad
zouden watteren
you all would wad
zouden watteren
they would wad
Subjunctive mood
wattere
I wad
wattere
you wad
wattere
he/she/it wad
wattere
we wad
wattere
you all wad
wattere
they wad
Past perfect tense
had gewatteerd
I had wadded
had gewatteerd
you had wadded
had gewatteerd
he/she/it had wadded
hadden gewatteerd
we had wadded
hadden gewatteerd
you all had wadded
hadden gewatteerd
they had wadded
Future perf.
zal gewatteerd hebben
I will have wadded
zal gewatteerd hebben
you will have wadded
zal gewatteerd hebben
he/she/it will have wadded
zullen gewatteerd hebben
we will have wadded
zullen gewatteerd hebben
you all will have wadded
zullen gewatteerd hebben
they will have wadded
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gewatteerd hebben
I would have wadded
zou gewatteerd hebben
you would have wadded
zou gewatteerd hebben
he/she/it would have wadded
zouden gewatteerd hebben
we would have wadded
zouden gewatteerd hebben
you all would have wadded
zouden gewatteerd hebben
they would have wadded
Du
Ihr
Imperative mood
watteer
wad
watteert
wad

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bitteren
bitter
dotteren
do
ketteren
curse
kotteren
cotter
letteren
do
matteren
mat
tetteren
holler
uitteren
atrophy
waaieren
fan
wapperen
arm
wegteren
waste away
welteren
welt honor
winteren
overwinter

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

voorvallen
happen
vroegschaffen
free wheels
walsen
roll
wankelen
teeter
wapenen
arm
watertrappen
tread water
wauwelen
prate
weerklinken
resound
weerzien
meet again
wegbrengen
break away

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'wad':

None found.
Learning languages?