Voorleiden (to do) conjugation

Dutch
10 examples

Conjugation of voorleiden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
leid voor
I do
leidt voor
you do
leidt voor
he/she/it does
leiden voor
we do
leiden voor
you all do
leiden voor
they do
Present perfect tense
heb voorgeleid
I have done
hebt voorgeleid
you have done
heeft voorgeleid
he/she/it has done
hebben voorgeleid
we have done
hebben voorgeleid
you all have done
hebben voorgeleid
they have done
Past tense
leidde voor
I did
leidde voor
you did
leidde voor
he/she/it did
leidden voor
we did
leidden voor
you all did
leidden voor
they did
Future tense
zal voorleiden
I will do
zult voorleiden
you will do
zal voorleiden
he/she/it will do
zullen voorleiden
we will do
zullen voorleiden
you all will do
zullen voorleiden
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou voorleiden
I would do
zou voorleiden
you would do
zou voorleiden
he/she/it would do
zouden voorleiden
we would do
zouden voorleiden
you all would do
zouden voorleiden
they would do
Subjunctive mood
leide voor
I do
leide voor
you do
leide voor
he/she/it do
leide voor
we do
leide voor
you all do
leide voor
they do
Past perfect tense
had voorgeleid
I had done
had voorgeleid
you had done
had voorgeleid
he/she/it had done
hadden voorgeleid
we had done
hadden voorgeleid
you all had done
hadden voorgeleid
they had done
Future perf.
zal voorgeleid hebben
I will have done
zal voorgeleid hebben
you will have done
zal voorgeleid hebben
he/she/it will have done
zullen voorgeleid hebben
we will have done
zullen voorgeleid hebben
you all will have done
zullen voorgeleid hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou voorgeleid hebben
I would have done
zou voorgeleid hebben
you would have done
zou voorgeleid hebben
he/she/it would have done
zouden voorgeleid hebben
we would have done
zouden voorgeleid hebben
you all would have done
zouden voorgeleid hebben
they would have done
Present bijzin tense
voorleid
I do
voorleidt
you do
voorleidt
he/she/it does
voorleiden
we do
voorleiden
you all do
voorleiden
they do
Past bijzin tense
voorleidde
I did
voorleidde
you did
voorleidde
he/she/it did
voorleidden
we did
voorleidden
you all did
voorleidden
they did
Future bijzin tense
zal voorleiden
I will do
zult voorleiden
you will do
zal voorleiden
he/she/it will do
zullen voorleiden
we will do
zullen voorleiden
you all will do
zullen voorleiden
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou voorleiden
I would do
zou voorleiden
you would do
zou voorleiden
he/she/it would do
zouden voorleiden
we would do
zouden voorleiden
you all would do
zouden voorleiden
they would do
Subjunctive bijzin mood
voorleide
I do
voorleide
you do
voorleide
he/she/it do
voorleide
we do
voorleide
you all do
voorleide
they do
Du
Ihr
Imperative mood
leid voor
do
leidt
do

Examples of voorleiden

Example in DutchTranslation in English
En dan nog de 13 duizend specialisten die we werk geven. Of de buitenlandse dingen die wij leiden voor Uncle Sam... omdat hij z'n handen niet wil vuilmaken.I'm not gonna remind you of the thirteen thousand civilian specialists that we subcontract, or the offshore rendition camps we run for Uncle Sam because he doesn't want to get his hands dirty.
En ga me niet vertellen dat ze liever zou hebben gehad dat ik positief en vrolijk ben en een leven zou leiden voor ons beiden. Dat heb ik al een miljoen keer gehoord.And don't tell me she'd want me to be all positive and sunshine and live life for the both of us.
Ik ga uitgeverij Random House leiden voor de westkust.I'm the new... Westcoast Head of Random House.
Ik heb geen tijd om je op te leiden voor gevechten, maar we zullen onze schade inhalen.I don't have time to coach you now, but we'll get to it soon.
""Ik weet niks van een moord af", riep Barbara Graham terwijl ze werd voorgeleid wegens moord op Mrs MabeI Monahan, een kreupele weduwe.I've done a lot of things in my time, a lot of things, but not murder, I told those cops, I know nothing about any murder,
"herhaal, leidt niet tot afbreken van het bezoekmerit stand-down order.
'Een simpele dompelaar die een hondenleven leidt.'/ A simple mutt livin' a dog's life /
'Maar wij willen niet dat je ons leidt.Well... we do not want you to lead us.
- Als het maar leidt tot gerede twijfel.- Well, it doesn't need to fly... so much as flap and flutter its way to reasonable doubt.
- Dat leidt tot slordige chirurgie.- [Margaret] Doctor, we do have shortcuts. - Shortcuts are sloppy surgery.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

voorleggen
serve

Similar but longer

voorgeleiden
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?