Verzoeten (to sweeten) conjugation

Dutch
6 examples

Conjugation of verzoeten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verzoet
I sweeten
verzoet
you sweeten
verzoet
he/she/it sweetens
verzoeten
we sweeten
verzoeten
you all sweeten
verzoeten
they sweeten
Present perfect tense
heb verzoet
I have sweetened
hebt verzoet
you have sweetened
heeft verzoet
he/she/it has sweetened
hebben verzoet
we have sweetened
hebben verzoet
you all have sweetened
hebben verzoet
they have sweetened
Past tense
verzoette
I sweetened
verzoette
you sweetened
verzoette
he/she/it sweetened
verzoetten
we sweetened
verzoetten
you all sweetened
verzoetten
they sweetened
Future tense
zal verzoeten
I will sweeten
zult verzoeten
you will sweeten
zal verzoeten
he/she/it will sweeten
zullen verzoeten
we will sweeten
zullen verzoeten
you all will sweeten
zullen verzoeten
they will sweeten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verzoeten
I would sweeten
zou verzoeten
you would sweeten
zou verzoeten
he/she/it would sweeten
zouden verzoeten
we would sweeten
zouden verzoeten
you all would sweeten
zouden verzoeten
they would sweeten
Subjunctive mood
verzoete
I sweeten
verzoete
you sweeten
verzoete
he/she/it sweeten
verzoete
we sweeten
verzoete
you all sweeten
verzoete
they sweeten
Past perfect tense
had verzoet
I had sweetened
had verzoet
you had sweetened
had verzoet
he/she/it had sweetened
hadden verzoet
we had sweetened
hadden verzoet
you all had sweetened
hadden verzoet
they had sweetened
Future perf.
zal verzoet hebben
I will have sweetened
zal verzoet hebben
you will have sweetened
zal verzoet hebben
he/she/it will have sweetened
zullen verzoet hebben
we will have sweetened
zullen verzoet hebben
you all will have sweetened
zullen verzoet hebben
they will have sweetened
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verzoet hebben
I would have sweetened
zou verzoet hebben
you would have sweetened
zou verzoet hebben
he/she/it would have sweetened
zouden verzoet hebben
we would have sweetened
zouden verzoet hebben
you all would have sweetened
zouden verzoet hebben
they would have sweetened
Du
Ihr
Imperative mood
verzoet
sweeten
verzoet
sweeten

Examples of verzoeten

Example in DutchTranslation in English
- En wat waren Mr. Gold's gedachten over dit verzoeten?- And what were Mr. Gold's thoughts on this sweetening?
En terwijl zij dacht over haar moeder's koffie te verzoeten, probeerde ik mijn vader over te rijden met een auto.And while she was thinking of sweetening her mom's coffee, I tried to run my old man over with a car.
Goed, ik zal proberen te ontzuren en verzoeten.I'll try. I'll try and de-sour and sweeten.
Ja, om een bitter gevoel te verzoeten.Yes, to sweeten any sour feelings.
Je moet niet alleen ontzuren, maar ook verzoeten.You don't try and de-sour. You have to sweeten too.
Dus ofwel God verzoet de deal met een "niet flossen"- clausule of...So either God sweetened the deal with a "no flossing" clause or...

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verboeten
do
vergieten
shed
verzetten
resist
verzilten
do
verzitten
do
verzoeken
request
verzoenen
reconcile
verzorgen
look after
verzotten
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'sweeten':

None found.
Learning languages?