Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verzotten (to do) conjugation

Dutch
1 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verzot
verzot
verzot
verzotten
verzotten
verzotten
Present perfect tense
ben verzot
bent verzot
is verzot
zijn verzot
zijn verzot
zijn verzot
Past tense
verzotte
verzotte
verzotte
verzotten
verzotten
verzotten
Future tense
zal verzotten
zult verzotten
zal verzotten
zullen verzotten
zullen verzotten
zullen verzotten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verzotten
zou verzotten
zou verzotten
zouden verzotten
zouden verzotten
zouden verzotten
Subjunctive mood
verzotte
verzotte
verzotte
verzotte
verzotte
verzotte
Past perfect tense
was verzot
was verzot
was verzot
waren verzot
waren verzot
waren verzot
Future perf.
zal verzot zijn
zal verzot zijn
zal verzot zijn
zullen verzot zijn
zullen verzot zijn
zullen verzot zijn
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verzot zijn
zou verzot zijn
zou verzot zijn
zouden verzot zijn
zouden verzot zijn
zouden verzot zijn
Du
Ihr
Imperative mood
verzot
verzot

Examples of verzotten

Example in DutchTranslation in English
- Maddy was verzot op Braden. Ze hadden een paar keer lopen rommelen, maar ze had er al weken niets aan gedaan.They had fooled around a couple of times, but she hadn't done anything about it for weeks.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verdutten
do
verhitten
do
verletten
do
verpotten
pump
verrotten
rot
vervatten
incorporate
vervetten
get fat
verzetten
resist
verzilten
do
verzitten
do
verzoeken
request
verzoenen
reconcile
verzoeten
sweeten
verzorgen
look after

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.