Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Verboeten (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
verboet
verboet
verboet
verboeten
verboeten
verboeten
Present perfect tense
heb verboet
hebt verboet
heeft verboet
hebben verboet
hebben verboet
hebben verboet
Past tense
verboette
verboette
verboette
verboetten
verboetten
verboetten
Future tense
zal verboeten
zult verboeten
zal verboeten
zullen verboeten
zullen verboeten
zullen verboeten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou verboeten
zou verboeten
zou verboeten
zouden verboeten
zouden verboeten
zouden verboeten
Subjunctive mood
verboete
verboete
verboete
verboete
verboete
verboete
Past perfect tense
had verboet
had verboet
had verboet
hadden verboet
hadden verboet
hadden verboet
Future perf.
zal verboet hebben
zal verboet hebben
zal verboet hebben
zullen verboet hebben
zullen verboet hebben
zullen verboet hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou verboet hebben
zou verboet hebben
zou verboet hebben
zouden verboet hebben
zouden verboet hebben
zouden verboet hebben
Du
Ihr
Imperative mood
verboet
verboet

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

verbijten
stifle
verboeren
do
verbouwen
convert
vergieten
shed
verzoeten
sweeten

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

vaneenrukken
tear asunder
vellen
fell
ventileren
ventilate
verabsoluteren
absolutise
verantwoorden
anchor
verbeteren
improve
verblijden
gladden
verboersen
do
verbouwen
convert
verdierlijken
brutalize

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.