Uittikken (to type out) conjugation

Dutch

Conjugation of uittikken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
tik uit
I type out
tikt uit
you type out
tikt uit
he/she/it types out
tikken uit
we type out
tikken uit
you all type out
tikken uit
they type out
Present perfect tense
heb uitgetikt
I have typed out
hebt uitgetikt
you have typed out
heeft uitgetikt
he/she/it has typed out
hebben uitgetikt
we have typed out
hebben uitgetikt
you all have typed out
hebben uitgetikt
they have typed out
Past tense
tikte uit
I typed out
tikte uit
you typed out
tikte uit
he/she/it typed out
tikten uit
we typed out
tikten uit
you all typed out
tikten uit
they typed out
Future tense
zal uittikken
I will type out
zult uittikken
you will type out
zal uittikken
he/she/it will type out
zullen uittikken
we will type out
zullen uittikken
you all will type out
zullen uittikken
they will type out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uittikken
I would type out
zou uittikken
you would type out
zou uittikken
he/she/it would type out
zouden uittikken
we would type out
zouden uittikken
you all would type out
zouden uittikken
they would type out
Subjunctive mood
tikke uit
I type out
tikke uit
you type out
tikke uit
he/she/it type out
tikke uit
we type out
tikke uit
you all type out
tikke uit
they type out
Past perfect tense
had uitgetikt
I had typed out
had uitgetikt
you had typed out
had uitgetikt
he/she/it had typed out
hadden uitgetikt
we had typed out
hadden uitgetikt
you all had typed out
hadden uitgetikt
they had typed out
Future perf.
zal uitgetikt hebben
I will have typed out
zal uitgetikt hebben
you will have typed out
zal uitgetikt hebben
he/she/it will have typed out
zullen uitgetikt hebben
we will have typed out
zullen uitgetikt hebben
you all will have typed out
zullen uitgetikt hebben
they will have typed out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgetikt hebben
I would have typed out
zou uitgetikt hebben
you would have typed out
zou uitgetikt hebben
he/she/it would have typed out
zouden uitgetikt hebben
we would have typed out
zouden uitgetikt hebben
you all would have typed out
zouden uitgetikt hebben
they would have typed out
Present bijzin tense
uittik
I type out
uittikt
you type out
uittikt
he/she/it types out
uittikken
we type out
uittikken
you all type out
uittikken
they type out
Past bijzin tense
uittikte
I typed out
uittikte
you typed out
uittikte
he/she/it typed out
uittikten
we typed out
uittikten
you all typed out
uittikten
they typed out
Future bijzin tense
zal uittikken
I will type out
zult uittikken
you will type out
zal uittikken
he/she/it will type out
zullen uittikken
we will type out
zullen uittikken
you all will type out
zullen uittikken
they will type out
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uittikken
I would type out
zou uittikken
you would type out
zou uittikken
he/she/it would type out
zouden uittikken
we would type out
zouden uittikken
you all would type out
zouden uittikken
they would type out
Subjunctive bijzin mood
uittikke
I type out
uittikke
you type out
uittikke
he/she/it type out
uittikke
we type out
uittikke
you all type out
uittikke
they type out
Du
Ihr
Imperative mood
tik uit
type out
tikt uit
type out

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitbakken
let it get crisp
uitbikken
do
uithakken
carve
uitkakken
do
uitlekken
leak
uitlikken
lick
uitlokken
provoke
uitmikken
do
uitpakken
unwrap
uitpikken
pick off
uitrekken
lengthen
uitrukken
sally forth
uittillen
lift out
uitzakken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

uitpompen
pump
uitschrijven
do
uitspitten
dig into
uittarten
defy
uittellen
pull up
uittesten
test
uittillen
lift out
uittrompetten
do
uitvloeken
curse
uitvreten
be up to

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'type out':

None found.
Learning languages?