Uitlikken (to lick) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of uitlikken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lik uit
I lick
likt uit
you lick
likt uit
he/she/it licks
likken uit
we lick
likken uit
you all lick
likken uit
they lick
Present perfect tense
heb uitgelikt
I have licked
hebt uitgelikt
you have licked
heeft uitgelikt
he/she/it has licked
hebben uitgelikt
we have licked
hebben uitgelikt
you all have licked
hebben uitgelikt
they have licked
Past tense
likte uit
I licked
likte uit
you licked
likte uit
he/she/it licked
likten uit
we licked
likten uit
you all licked
likten uit
they licked
Future tense
zal uitlikken
I will lick
zult uitlikken
you will lick
zal uitlikken
he/she/it will lick
zullen uitlikken
we will lick
zullen uitlikken
you all will lick
zullen uitlikken
they will lick
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitlikken
I would lick
zou uitlikken
you would lick
zou uitlikken
he/she/it would lick
zouden uitlikken
we would lick
zouden uitlikken
you all would lick
zouden uitlikken
they would lick
Subjunctive mood
likke uit
I lick
likke uit
you lick
likke uit
he/she/it lick
likke uit
we lick
likke uit
you all lick
likke uit
they lick
Past perfect tense
had uitgelikt
I had licked
had uitgelikt
you had licked
had uitgelikt
he/she/it had licked
hadden uitgelikt
we had licked
hadden uitgelikt
you all had licked
hadden uitgelikt
they had licked
Future perf.
zal uitgelikt hebben
I will have licked
zal uitgelikt hebben
you will have licked
zal uitgelikt hebben
he/she/it will have licked
zullen uitgelikt hebben
we will have licked
zullen uitgelikt hebben
you all will have licked
zullen uitgelikt hebben
they will have licked
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgelikt hebben
I would have licked
zou uitgelikt hebben
you would have licked
zou uitgelikt hebben
he/she/it would have licked
zouden uitgelikt hebben
we would have licked
zouden uitgelikt hebben
you all would have licked
zouden uitgelikt hebben
they would have licked
Present bijzin tense
uitlik
I lick
uitlikt
you lick
uitlikt
he/she/it licks
uitlikken
we lick
uitlikken
you all lick
uitlikken
they lick
Past bijzin tense
uitlikte
I licked
uitlikte
you licked
uitlikte
he/she/it licked
uitlikten
we licked
uitlikten
you all licked
uitlikten
they licked
Future bijzin tense
zal uitlikken
I will lick
zult uitlikken
you will lick
zal uitlikken
he/she/it will lick
zullen uitlikken
we will lick
zullen uitlikken
you all will lick
zullen uitlikken
they will lick
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitlikken
I would lick
zou uitlikken
you would lick
zou uitlikken
he/she/it would lick
zouden uitlikken
we would lick
zouden uitlikken
you all would lick
zouden uitlikken
they would lick
Subjunctive bijzin mood
uitlikke
I lick
uitlikke
you lick
uitlikke
he/she/it lick
uitlikke
we lick
uitlikke
you all lick
uitlikke
they lick
Du
Ihr
Imperative mood
lik uit
lick
likt uit
lick

Examples of uitlikken

Example in DutchTranslation in English
Chef, heb ik gezicht dat je de kom mocht uitlikken?Chief, did I say you could lick the bowl?
Dit gaat om jou, zodat jij de kom kan uitlikken nadat ik 75 cupcakes heb gebakken.This is about you getting to lick the bowl after I bake 75 cupcakes.
Ik mag de kom uitlikken.I get to lick the bowl.
Ik wil de kom uitlikken, waar is hij?I wanna lick the bowl! Where is it?
Jullie kunnen beiden de kom uitlikken.You can both lick the bowl.
Ik ben bang dat Monkey zichzelf likt uit angst, dat hij eenzaam is.I'm worried his licking himself is anxiety, that he's lonely.
- Hij heeft de doosjes uitgelikt.Chucky and I think he actually licked the box.
Ik zei dus "Poets je tanden voor je me uitlikt probeer me niet te kussen," begrijp je me?So, I was, like, Listen, yeah, brush your teeth after you lick me out... don't try and kiss me, you get me?
Om dezelfde reden waarom je een pizzadoos uitlikt.The same reason you lick the top of the pizza box.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

gatlikken
do
uitbakken
let it get crisp
uitbikken
do
uithakken
carve
uitkakken
do
uitlekken
leak
uitlijnen
align
uitlokken
provoke
uitmikken
do
uitpakken
unwrap
uitpikken
pick off
uitrekken
lengthen
uitrukken
sally forth
uittikken
type out
uitzakken
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'lick':

None found.
Learning languages?