Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Uitbakken (to let it get crisp) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bak uit
bakt uit
bakt uit
bakken uit
bakken uit
bakken uit
Present perfect tense
heb uitgebakken
hebt uitgebakken
heeft uitgebakken
hebben uitgebakken
hebben uitgebakken
hebben uitgebakken
Past tense
bakte uit
bakte uit
bakte uit
bakten uit
bakten uit
bakten uit
Future tense
zal uitbakken
zult uitbakken
zal uitbakken
zullen uitbakken
zullen uitbakken
zullen uitbakken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitbakken
zou uitbakken
zou uitbakken
zouden uitbakken
zouden uitbakken
zouden uitbakken
Subjunctive mood
bakke uit
bakke uit
bakke uit
bakke uit
bakke uit
bakke uit
Past perfect tense
had uitgebakken
had uitgebakken
had uitgebakken
hadden uitgebakken
hadden uitgebakken
hadden uitgebakken
Future perf.
zal uitgebakken hebben
zal uitgebakken hebben
zal uitgebakken hebben
zullen uitgebakken hebben
zullen uitgebakken hebben
zullen uitgebakken hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgebakken hebben
zou uitgebakken hebben
zou uitgebakken hebben
zouden uitgebakken hebben
zouden uitgebakken hebben
zouden uitgebakken hebben
Present bijzin tense
uitbak
uitbakt
uitbakt
uitbakken
uitbakken
uitbakken
Past bijzin tense
uitbakte
uitbakte
uitbakte
uitbakten
uitbakten
uitbakten
Future bijzin tense
zal uitbakken
zult uitbakken
zal uitbakken
zullen uitbakken
zullen uitbakken
zullen uitbakken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitbakken
zou uitbakken
zou uitbakken
zouden uitbakken
zouden uitbakken
zouden uitbakken
Subjunctive bijzin mood
uitbakke
uitbakke
uitbakke
uitbakke
uitbakke
uitbakke
Du
Ihr
Imperative mood
bak uit
bakt uit

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

uitbannen
expel
uitbikken
do
uitbleken
bleach
uitboeken
do
uitbraken
vomit
uitbreken
expand
uitbuiken
do
uithakken
carve
uitkakken
do
uitlekken
leak
uitlikken
lick
uitlokken
provoke
uitmikken
do
uitpakken
unwrap
uitpikken
pick off

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'let it get crisp':

None found.