Conjugation
Etymology
Blog
Courses
Get a Dutch Tutor
Conjugation
Etymology
Blog
uitmikken
to do
Conjugation
Details
Looking for learning resources?
Study with our courses!
Get a full course →
Conjugation
of
uitmikken
Translation
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
mik uit
I do
mikt uit
you do
mikt uit
he/she/it does
mikken uit
we do
mikken uit
you all do
mikken uit
they do
Present perfect tense
heb uitgemikt
I have done
hebt uitgemikt
you have done
heeft uitgemikt
he/she/it has done
hebben uitgemikt
we have done
hebben uitgemikt
you all have done
hebben uitgemikt
they have done
Past tense
mikte uit
I did
mikte uit
you did
mikte uit
he/she/it did
mikten uit
we did
mikten uit
you all did
mikten uit
they did
Future tense
zal uitmikken
I will do
zult uitmikken
you will do
zal uitmikken
he/she/it will do
zullen uitmikken
we will do
zullen uitmikken
you all will do
zullen uitmikken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou uitmikken
I would do
zou uitmikken
you would do
zou uitmikken
he/she/it would do
zouden uitmikken
we would do
zouden uitmikken
you all would do
zouden uitmikken
they would do
Subjunctive mood
mikke uit
I do
mikke uit
you do
mikke uit
he/she/it do
mikke uit
we do
mikke uit
you all do
mikke uit
they do
Past perfect tense
had uitgemikt
I had done
had uitgemikt
you had done
had uitgemikt
he/she/it had done
hadden uitgemikt
we had done
hadden uitgemikt
you all had done
hadden uitgemikt
they had done
Future perf.
zal uitgemikt hebben
I will have done
zal uitgemikt hebben
you will have done
zal uitgemikt hebben
he/she/it will have done
zullen uitgemikt hebben
we will have done
zullen uitgemikt hebben
you all will have done
zullen uitgemikt hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou uitgemikt hebben
I would have done
zou uitgemikt hebben
you would have done
zou uitgemikt hebben
he/she/it would have done
zouden uitgemikt hebben
we would have done
zouden uitgemikt hebben
you all would have done
zouden uitgemikt hebben
they would have done
Present bijzin tense
uitmik
I do
uitmikt
you do
uitmikt
he/she/it does
uitmikken
we do
uitmikken
you all do
uitmikken
they do
Past bijzin tense
uitmikte
I did
uitmikte
you did
uitmikte
he/she/it did
uitmikten
we did
uitmikten
you all did
uitmikten
they did
Future bijzin tense
zal uitmikken
I will do
zult uitmikken
you will do
zal uitmikken
he/she/it will do
zullen uitmikken
we will do
zullen uitmikken
you all will do
zullen uitmikken
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou uitmikken
I would do
zou uitmikken
you would do
zou uitmikken
he/she/it would do
zouden uitmikken
we would do
zouden uitmikken
you all would do
zouden uitmikken
they would do
Subjunctive bijzin mood
uitmikke
I do
uitmikke
you do
uitmikke
he/she/it do
uitmikke
we do
uitmikke
you all do
uitmikke
they do
Du
Ihr
Imperative mood
mik uit
do
mikt uit
do
Further details about this page
LOCATION
Cooljugator
/
Dutch
/
uitmikken
RELATED PAGES
uitbakken
let it get crisp
uitbikken
do
uithakken
carve
uitkakken
do
uitlekken
leak
uitlikken
lick
uitlokken
provoke
uitmelken
utilize
uitpakken
unwrap
uitpikken
pick off
Back to Top