Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Tegenlachen (to smile at) conjugation

Dutch
6 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
lach tegen
lacht tegen
lacht tegen
lachen tegen
lachen tegen
lachen tegen
Present perfect tense
heb tegengelachen
hebt tegengelachen
heeft tegengelachen
hebben tegengelachen
hebben tegengelachen
hebben tegengelachen
Past tense
lachte tegen
lachte tegen
lachte tegen
lachten tegen
lachten tegen
lachten tegen
Future tense
zal tegenlachen
zult tegenlachen
zal tegenlachen
zullen tegenlachen
zullen tegenlachen
zullen tegenlachen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou tegenlachen
zou tegenlachen
zou tegenlachen
zouden tegenlachen
zouden tegenlachen
zouden tegenlachen
Subjunctive mood
lache tegen
lache tegen
lache tegen
lache tegen
lache tegen
lache tegen
Past perfect tense
had tegengelachen
had tegengelachen
had tegengelachen
hadden tegengelachen
hadden tegengelachen
hadden tegengelachen
Future perf.
zal tegengelachen hebben
zal tegengelachen hebben
zal tegengelachen hebben
zullen tegengelachen hebben
zullen tegengelachen hebben
zullen tegengelachen hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou tegengelachen hebben
zou tegengelachen hebben
zou tegengelachen hebben
zouden tegengelachen hebben
zouden tegengelachen hebben
zouden tegengelachen hebben
Present bijzin tense
tegenlach
tegenlacht
tegenlacht
tegenlachen
tegenlachen
tegenlachen
Past bijzin tense
tegenlachte
tegenlachte
tegenlachte
tegenlachten
tegenlachten
tegenlachten
Future bijzin tense
zal tegenlachen
zult tegenlachen
zal tegenlachen
zullen tegenlachen
zullen tegenlachen
zullen tegenlachen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou tegenlachen
zou tegenlachen
zou tegenlachen
zouden tegenlachen
zouden tegenlachen
zouden tegenlachen
Subjunctive bijzin mood
tegenlache
tegenlache
tegenlache
tegenlache
tegenlache
tegenlache
Du
Ihr
Imperative mood
lach tegen
lacht tegen

Examples of tegenlachen

Example in DutchTranslation in English
Ik lach tegen haar en trek mijn kleren uit voor jou.I smile at her and I take off my clothes for you.
Als je lacht tegen de klanten, natuurlijk.If you smile at the customers, of course.
- Ze lachte tegen me.She won't drink this. Yes. Look, she smiled at me.
De klootzak lachte tegen me.The son of a bitch smiled at me.
Je lachte tegen me in de hal.You smiled at me in the lobby.
Mijn vader lachte tegen een stewardess die er ook zo uitzag.And my Daddy smiled at the flight attendant who... looked like this and wore a name tag Leona.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'smile at':

None found.