Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Spoeden (to hurry) conjugation

Dutch
9 examples

Conjugation of spoeden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
spoed
I hurry
spoedt
you hurry
spoedt
he/she/it hurries
spoeden
we hurry
spoeden
you all hurry
spoeden
they hurry
Present perfect tense
heb gespoed
I have hurried
hebt gespoed
you have hurried
heeft gespoed
he/she/it has hurried
hebben gespoed
we have hurried
hebben gespoed
you all have hurried
hebben gespoed
they have hurried
Past tense
spoedde
I hurried
spoedde
you hurried
spoedde
he/she/it hurried
spoedden
we hurried
spoedden
you all hurried
spoedden
they hurried
Future tense
zal spoeden
I will hurry
zult spoeden
you will hurry
zal spoeden
he/she/it will hurry
zullen spoeden
we will hurry
zullen spoeden
you all will hurry
zullen spoeden
they will hurry
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou spoeden
I would hurry
zou spoeden
you would hurry
zou spoeden
he/she/it would hurry
zouden spoeden
we would hurry
zouden spoeden
you all would hurry
zouden spoeden
they would hurry
Subjunctive mood
spoede
I hurry
spoede
you hurry
spoede
he/she/it hurry
spoede
we hurry
spoede
you all hurry
spoede
they hurry
Past perfect tense
had gespoed
I had hurried
had gespoed
you had hurried
had gespoed
he/she/it had hurried
hadden gespoed
we had hurried
hadden gespoed
you all had hurried
hadden gespoed
they had hurried
Future perf.
zal gespoed hebben
I will have hurried
zal gespoed hebben
you will have hurried
zal gespoed hebben
he/she/it will have hurried
zullen gespoed hebben
we will have hurried
zullen gespoed hebben
you all will have hurried
zullen gespoed hebben
they will have hurried
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gespoed hebben
I would have hurried
zou gespoed hebben
you would have hurried
zou gespoed hebben
he/she/it would have hurried
zouden gespoed hebben
we would have hurried
zouden gespoed hebben
you all would have hurried
zouden gespoed hebben
they would have hurried
Du
Ihr
Imperative mood
spoed
hurry
spoedt
hurry

Examples of spoeden

Example in DutchTranslation in English
Maar wij moeten ons spoeden.But wesa must hurry. That city, it'sa mooie big.
We moeten ons spoeden.We must hurry.
- Als je wilt douchen, spoed je dan.- If you wanna take a shower, hurry.
Betaal een paar honderd Pond en ze zetten er spoed achter.Pay a couple of hundred pounds, they'll hurry it along.
Die Lessing heeft gisteren met grote spoed allerlei vluchten gereserveerd.(Burton) That's right, this Mr. Lessing placed a hurry-up order for all sorts of reservations, plane tickets yesterday afternoon.
Door de niet afgesloten deur en de halve sandwich op de tafel kunnen we stellen dat MacNamara vanmorgen met spoed vertrok.All right, with the unlocked door and the half-eaten egg sandwich on the dining room table, it's safe to say that MacNamara left in a hurry this morning.
Een dat ze met grote spoed moesten verhuizen naar een kasteel in Frankrijk.And they had to move in a hurry to a castle in France.
Daarna spoedde ze zich naar haar zangles.After that, she hurried to her singing lesson.
We spoedden ons om mee te gaan luisteren.We hurried to listen.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bloeden
bleed
broeden
incubate
spelden
do
spieden
spy
spoelen
rinse
sponsen
do
sponzen
do
sporten
practice sport
spotten
mock
spouwen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

socialiseren
socialize
soutacheren
do
spenen
wean
spietsen
impale
splitten
do
spoelen
rinse
squashen
squash
staartdelen
tail parts
stagediven
do
stagneren
stagnate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'hurry':

None found.