Fnuiken (to cripple) conjugation

Dutch
2 examples

Conjugation of fnuiken

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
fnuik
I cripple
fnuikt
you cripple
fnuikt
he/she/it cripples
fnuiken
we cripple
fnuiken
you all cripple
fnuiken
they cripple
Present perfect tense
heb gefnuikt
I have crippled
hebt gefnuikt
you have crippled
heeft gefnuikt
he/she/it has crippled
hebben gefnuikt
we have crippled
hebben gefnuikt
you all have crippled
hebben gefnuikt
they have crippled
Past tense
fnuikte
I crippled
fnuikte
you crippled
fnuikte
he/she/it crippled
fnuikten
we crippled
fnuikten
you all crippled
fnuikten
they crippled
Future tense
zal fnuiken
I will cripple
zult fnuiken
you will cripple
zal fnuiken
he/she/it will cripple
zullen fnuiken
we will cripple
zullen fnuiken
you all will cripple
zullen fnuiken
they will cripple
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou fnuiken
I would cripple
zou fnuiken
you would cripple
zou fnuiken
he/she/it would cripple
zouden fnuiken
we would cripple
zouden fnuiken
you all would cripple
zouden fnuiken
they would cripple
Subjunctive mood
fnuike
I cripple
fnuike
you cripple
fnuike
he/she/it cripple
fnuike
we cripple
fnuike
you all cripple
fnuike
they cripple
Past perfect tense
had gefnuikt
I had crippled
had gefnuikt
you had crippled
had gefnuikt
he/she/it had crippled
hadden gefnuikt
we had crippled
hadden gefnuikt
you all had crippled
hadden gefnuikt
they had crippled
Future perf.
zal gefnuikt hebben
I will have crippled
zal gefnuikt hebben
you will have crippled
zal gefnuikt hebben
he/she/it will have crippled
zullen gefnuikt hebben
we will have crippled
zullen gefnuikt hebben
you all will have crippled
zullen gefnuikt hebben
they will have crippled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gefnuikt hebben
I would have crippled
zou gefnuikt hebben
you would have crippled
zou gefnuikt hebben
he/she/it would have crippled
zouden gefnuikt hebben
we would have crippled
zouden gefnuikt hebben
you all would have crippled
zouden gefnuikt hebben
they would have crippled
Du
Ihr
Imperative mood
fnuik
cripple
fnuikt
cripple

Examples of fnuiken

Example in DutchTranslation in English
Jongens geslagen door hun vader. Hun vermogen tot liefde en vertrouwen werd al bij hun geboorte gefnuikt. Mannen die slechts afstandelijk met hun medemensen konden omgaan, alsof hun leven al voorbij was.Boys who were beaten by their fathers, whose capacity for love and trust was crippled almost at birth, men whose best hope for connection with other human beings... lay in detachment... as if life were over.
Confrontaties kunnen fnuikend zijn, zelfs voor 'n krijger.Facing oneself can be crippling even for the most hardened warrior.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

sluiken
do
smuiken
do
stuiken
swag

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

financieren
finance
fixeren
affix
flatteren
flatter
flodderen
mess
fluiten
flute
fluorideren
fluoresce
focussen
focus
formeren
format
fotokopiëren
photocopy
frequenteren
freewheel

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'cripple':

None found.
Learning languages?