Rondvragen (to ask around) conjugation

Dutch
26 examples

Conjugation of rondvragen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
vraag rond
I ask around
vraagt rond
you ask around
vraagt rond
he/she/it asks around
vragen rond
we ask around
vragen rond
you all ask around
vragen rond
they ask around
Present perfect tense
heb rondgevraagd
I have asked around
hebt rondgevraagd
you have asked around
heeft rondgevraagd
he/she/it has asked around
hebben rondgevraagd
we have asked around
hebben rondgevraagd
you all have asked around
hebben rondgevraagd
they have asked around
Past tense
vroeg rond
I asked around
vroeg rond
you asked around
vroeg rond
he/she/it asked around
vroegen rond
we asked around
vroegen rond
you all asked around
vroegen rond
they asked around
Future tense
zal rondvragen
I will ask around
zult rondvragen
you will ask around
zal rondvragen
he/she/it will ask around
zullen rondvragen
we will ask around
zullen rondvragen
you all will ask around
zullen rondvragen
they will ask around
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou rondvragen
I would ask around
zou rondvragen
you would ask around
zou rondvragen
he/she/it would ask around
zouden rondvragen
we would ask around
zouden rondvragen
you all would ask around
zouden rondvragen
they would ask around
Subjunctive mood
vrage rond
I ask around
vrage rond
you ask around
vrage rond
he/she/it ask around
vrage rond
we ask around
vrage rond
you all ask around
vrage rond
they ask around
Past perfect tense
had rondgevraagd
I had asked around
had rondgevraagd
you had asked around
had rondgevraagd
he/she/it had asked around
hadden rondgevraagd
we had asked around
hadden rondgevraagd
you all had asked around
hadden rondgevraagd
they had asked around
Future perf.
zal rondgevraagd hebben
I will have asked around
zal rondgevraagd hebben
you will have asked around
zal rondgevraagd hebben
he/she/it will have asked around
zullen rondgevraagd hebben
we will have asked around
zullen rondgevraagd hebben
you all will have asked around
zullen rondgevraagd hebben
they will have asked around
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou rondgevraagd hebben
I would have asked around
zou rondgevraagd hebben
you would have asked around
zou rondgevraagd hebben
he/she/it would have asked around
zouden rondgevraagd hebben
we would have asked around
zouden rondgevraagd hebben
you all would have asked around
zouden rondgevraagd hebben
they would have asked around
Present bijzin tense
rondvraag
I ask around
rondvraagt
you ask around
rondvraagt
he/she/it asks around
rondvragen
we ask around
rondvragen
you all ask around
rondvragen
they ask around
Past bijzin tense
rondvroeg
I asked around
rondvroeg
you asked around
rondvroeg
he/she/it asked around
rondvroegen
we asked around
rondvroegen
you all asked around
rondvroegen
they asked around
Future bijzin tense
zal rondvragen
I will ask around
zult rondvragen
you will ask around
zal rondvragen
he/she/it will ask around
zullen rondvragen
we will ask around
zullen rondvragen
you all will ask around
zullen rondvragen
they will ask around
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou rondvragen
I would ask around
zou rondvragen
you would ask around
zou rondvragen
he/she/it would ask around
zouden rondvragen
we would ask around
zouden rondvragen
you all would ask around
zouden rondvragen
they would ask around
Subjunctive bijzin mood
rondvrage
I ask around
rondvrage
you ask around
rondvrage
he/she/it ask around
rondvrage
we ask around
rondvrage
you all ask around
rondvrage
they ask around
Du
Ihr
Imperative mood
vraag rond
ask around
vraagt ron
ask around

Examples of rondvragen

Example in DutchTranslation in English
- Hij leeft teruggetrokken. Maar ik kan wel rondvragen.Ah, he's a recluse, but I could ask around if you want.
- Ik zal 's rondvragen.I'll ask around.
- Ik zal eens rondvragen.- I'll ask around. - Thank you.
- Ik zal rondvragen.I'll ask around.
- Ik vraag rond.- l ask around.
Ga bij het huis kijken en vraag rond naar die honden.- Just ease up. Now go check the house again and ask around about the dogs.
Ik stuur Frankie naar het kantoor, vraag rond, kijk of iemand weet waar we haar kunnen vinden.I'll have Frankie go to the office, ask around, see if anybody knows where we might find her.
U kunt vragen rond.You can ask around.
We vragen rond.We ask around.
- Ik heb eens rondgevraagd over jou. Men zegt dat u nogal soft bent.- I asked around about you, Bobby.
- Ik heb eens rondgevraagd.- I asked around.
- Ik heb rondgevraagd in de kliniek.So I asked around the hospital.
- Ik heb wat rondgevraagd over Harlem.I asked around who ran the game in Harlem.
- Ja, ik heb rondgevraagd. Luister...Yeah, I, uh, asked around.
En ik vroeg rond over je dode Portsider, de jongen die gedumpt werd in het ziekenhuis.And I asked around about your dead Portsider, the boy who was dumped at the hospital.
Ik vroeg rond en blijkbaar probeerden ze de zaak te heropenen, in beroep.I asked around and apparently they tried to open the case again, to appeal it.
Maar ik vroeg rond, en hij heeft niet in de archieven in weken.But I asked around, and he hasn't been in the archives in weeks.
Mijn examenjaarklas heeft een erg goed netwerk en ik vroeg rond. Het verleden kan je niet achter je laten. Die van jou zal je niet zo lang volgen.My grad school has a tight-knit alumni network and I asked around.
Nee, Ik vroeg rond bij het dok.No, I asked around at the dock.
Heb je wat rondvraag gedaan?Did you ask around?
Nee, maar als ik eens rondvraag, vind ik wel iemand.I can't say that I have, sir, but I'm sure if I ask around, I can find someone who did.
Wil je nog steeds dat ik rondvraag?Now do you still want me to ask around or what?
Als je op je werk rondvraagt, ontdek je vast wel wie hij is.I mean, I-I bet if you ask around work tomorrow you can probably find out who he is.
Ik zou graag willen dat je wat rondvraagt over een zelfmoord, ene Walter...Listen, I need you to ask around about a suicide.
Natuurlijk, daarom wil ik ook dat je rondvraagt, en uitvindt wat er echt gebeurd is.Of course, which is why i need you to ask around, And find out what really happened to him.
Ik garandeer je dat hij rondvroeg naar de beste manier om ongezien over te steken. Dit is die manier.I guarantee you he asked around the yard about the best way to cross undetected, and this is it.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ronddragen
carry about

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'ask around':

None found.
Learning languages?