Rondsjouwen (to do) conjugation

Dutch
3 examples

Conjugation of rondsjouwen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
sjouw rond
I do
sjouwt rond
you do
sjouwt rond
he/she/it does
sjouwen rond
we do
sjouwen rond
you all do
sjouwen rond
they do
Present perfect tense
heb rondgesjouwd
I have done
hebt rondgesjouwd
you have done
heeft rondgesjouwd
he/she/it has done
hebben rondgesjouwd
we have done
hebben rondgesjouwd
you all have done
hebben rondgesjouwd
they have done
Past tense
sjouwde rond
I did
sjouwde rond
you did
sjouwde rond
he/she/it did
sjouwden rond
we did
sjouwden rond
you all did
sjouwden rond
they did
Future tense
zal rondsjouwen
I will do
zult rondsjouwen
you will do
zal rondsjouwen
he/she/it will do
zullen rondsjouwen
we will do
zullen rondsjouwen
you all will do
zullen rondsjouwen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou rondsjouwen
I would do
zou rondsjouwen
you would do
zou rondsjouwen
he/she/it would do
zouden rondsjouwen
we would do
zouden rondsjouwen
you all would do
zouden rondsjouwen
they would do
Subjunctive mood
sjouwe rond
I do
sjouwe rond
you do
sjouwe rond
he/she/it do
sjouwe rond
we do
sjouwe rond
you all do
sjouwe rond
they do
Past perfect tense
had rondgesjouwd
I had done
had rondgesjouwd
you had done
had rondgesjouwd
he/she/it had done
hadden rondgesjouwd
we had done
hadden rondgesjouwd
you all had done
hadden rondgesjouwd
they had done
Future perf.
zal rondgesjouwd hebben
I will have done
zal rondgesjouwd hebben
you will have done
zal rondgesjouwd hebben
he/she/it will have done
zullen rondgesjouwd hebben
we will have done
zullen rondgesjouwd hebben
you all will have done
zullen rondgesjouwd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou rondgesjouwd hebben
I would have done
zou rondgesjouwd hebben
you would have done
zou rondgesjouwd hebben
he/she/it would have done
zouden rondgesjouwd hebben
we would have done
zouden rondgesjouwd hebben
you all would have done
zouden rondgesjouwd hebben
they would have done
Present bijzin tense
rondsjouw
I do
rondsjouwt
you do
rondsjouwt
he/she/it does
rondsjouwen
we do
rondsjouwen
you all do
rondsjouwen
they do
Past bijzin tense
rondsjouwde
I did
rondsjouwde
you did
rondsjouwde
he/she/it did
rondsjouwden
we did
rondsjouwden
you all did
rondsjouwden
they did
Future bijzin tense
zal rondsjouwen
I will do
zult rondsjouwen
you will do
zal rondsjouwen
he/she/it will do
zullen rondsjouwen
we will do
zullen rondsjouwen
you all will do
zullen rondsjouwen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou rondsjouwen
I would do
zou rondsjouwen
you would do
zou rondsjouwen
he/she/it would do
zouden rondsjouwen
we would do
zouden rondsjouwen
you all would do
zouden rondsjouwen
they would do
Subjunctive bijzin mood
rondsjouwe
I do
rondsjouwe
you do
rondsjouwe
he/she/it do
rondsjouwe
we do
rondsjouwe
you all do
rondsjouwe
they do
Du
Ihr
Imperative mood
sjouw rond
do
sjouwt ron
do

Examples of rondsjouwen

Example in DutchTranslation in English
Dat wil je toch niet rondsjouwen?You don't want to lug around a lot of hardware.
Ik weet het, maar wil je echt twee dagen rondsjouwen met al mijn kleding?It's a surprise, I know, but do you really want to be lugging around my entire wardrobe for two days?
Wat moet ik gaan doen terwijl jij rondsjouwt... in je laarzen en je houthakkershemd?What am I supposed to do while you clump around in your boots and lumberjack shirt?

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

roekoeën
do
rondneuzen
nose about
rondrijden
do
rondscharrelen
potter about
rondschrijven
do
rondslaan
beat around
rondwentelen
wallow
rooien
uproot
roosteren
grill
routeren
rout

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?