Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Reden (to reason) conjugation

Dutch
16 examples

Conjugation of reden

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
reed
I reason
reedt
you reason
reedt
he/she/it reasons
reden
we reason
reden
you all reason
reden
they reason
Present perfect tense
heb gereed
I have reasoned
hebt gereed
you have reasoned
heeft gereed
he/she/it has reasoned
hebben gereed
we have reasoned
hebben gereed
you all have reasoned
hebben gereed
they have reasoned
Past tense
reedde
I reasoned
reedde
you reasoned
reedde
he/she/it reasoned
reedden
we reasoned
reedden
you all reasoned
reedden
they reasoned
Future tense
zal reden
I will reason
zult reden
you will reason
zal reden
he/she/it will reason
zullen reden
we will reason
zullen reden
you all will reason
zullen reden
they will reason
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou reden
I would reason
zou reden
you would reason
zou reden
he/she/it would reason
zouden reden
we would reason
zouden reden
you all would reason
zouden reden
they would reason
Subjunctive mood
rede
I reason
rede
you reason
rede
he/she/it reason
rede
we reason
rede
you all reason
rede
they reason
Past perfect tense
had gereed
I had reasoned
had gereed
you had reasoned
had gereed
he/she/it had reasoned
hadden gereed
we had reasoned
hadden gereed
you all had reasoned
hadden gereed
they had reasoned
Future perf.
zal gereed hebben
I will have reasoned
zal gereed hebben
you will have reasoned
zal gereed hebben
he/she/it will have reasoned
zullen gereed hebben
we will have reasoned
zullen gereed hebben
you all will have reasoned
zullen gereed hebben
they will have reasoned
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gereed hebben
I would have reasoned
zou gereed hebben
you would have reasoned
zou gereed hebben
he/she/it would have reasoned
zouden gereed hebben
we would have reasoned
zouden gereed hebben
you all would have reasoned
zouden gereed hebben
they would have reasoned
Du
Ihr
Imperative mood
reed
reason
reedt
reason

Examples of reden

Example in DutchTranslation in English
! Een dag salaris weg zonder reden?- I lost a day's pay for no reason?
" 's nachts tevoorschijn komen" "de reden waarom vogels"Come out at night the reason birds
"...geen reden..." - "...geen verklaring gegeven..."-..absolutely no reason... -..offer no explanation...
"Alles wat er gebeurt tijdens het vrijgezellenweekend... kan nooit met iemand besproken worden voor welke reden dan ooit"."Everything that happens during the Bachelor Party Weekend... "can never be discussed with anyone else for any reason."
"Als Hij wil dat wij leven, dan is daar een reden voor."""If he has chosen us to live, there must be a reason.
Alles wat vandaag met mij en m'n dochter gebeurd Gebeurt alleen maar omdat jij te stom bent om te zien waar je rijdt en de auto total loss reed!Everything that's happened to my daughter and me today only happened for one reason: because you were too stupid to look where you were going, and wrecked our car!
Er moet een reden zijn, dat hij daar heen reed om deze man te vermoorden.There's got to be some reason he drove all the way down there to kill this guy.
Hij reed zonder reden op een vent in.Ran over a guy. No reason.
Ik wil graag weten waarom Morrow dat weiland in reed, daar zomaar begon te graven en toen dat lijk ontdekte.Why would this policewoman suddenly drive her car into a field the size of Rhode Island and, for no reason, dig up the bones of a man who's been missing for 50 years?
Je zoekt redenen waarom hij zo reed.You're looking for reasons why he was driving like that.
Als je gereed bent om te praten over de discussie van rede waar we het eerst over hadden, weet je mij en het kristal te vinden.When you're ready to engage in that reasoned discussionwe talked of before, you know where to find me and the crystal.
"De toekomst behoort aan mannen van rede, niet van geloof.""The future belongs to men of reason, not of faith."
"Die rede tarten.""which defy reason."
"Ik hield van haar tegen de rede, tegen de belofte, tegen de vrede, tegen hoop, tegen geluk, tegen alle ontmoediging die zou kunnen. ""I loved her against reason, against promise, against peace, against hope, against happiness, against all discouragement that could be."
"de chaos ontsnappen met rede als onze gids?""from chaos using reason as our guide?"
'De slaap van de rede produceert monsters.'"Fantasy, abandoned by reason, produces impossible monsters. "

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

baden
bathe
doden
kill
kaden
do
laden
load
loden
lead
noden
do
racen
race
raden
guess
ragen
do
raken
hit
ramen
estimate
rapen
ration
razen
race
reien
do
renen
run

Similar but longer

afreden
drove off
redden
rescue
treden
pace

Random

ratineren
do
rechten
right
rechttrekken
straighten
rechtzitten
right down
recyclen
recycle
redekavelen
argue
redeneren
reason
reeuwen
do
registeren
record
relativeren
relativize

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'reason':

None found.