Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Periodiseren (to do) conjugation

Dutch

Conjugation of periodiseren

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
periodiseer
I do
periodiseert
you do
periodiseert
he/she/it does
periodiseren
we do
periodiseren
you all do
periodiseren
they do
Present perfect tense
heb geperiodiseerd
I have done
hebt geperiodiseerd
you have done
heeft geperiodiseerd
he/she/it has done
hebben geperiodiseerd
we have done
hebben geperiodiseerd
you all have done
hebben geperiodiseerd
they have done
Past tense
periodiseerde
I did
periodiseerde
you did
periodiseerde
he/she/it did
periodiseerden
we did
periodiseerden
you all did
periodiseerden
they did
Future tense
zal periodiseren
I will do
zult periodiseren
you will do
zal periodiseren
he/she/it will do
zullen periodiseren
we will do
zullen periodiseren
you all will do
zullen periodiseren
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou periodiseren
I would do
zou periodiseren
you would do
zou periodiseren
he/she/it would do
zouden periodiseren
we would do
zouden periodiseren
you all would do
zouden periodiseren
they would do
Subjunctive mood
periodisere
I do
periodisere
you do
periodisere
he/she/it do
periodisere
we do
periodisere
you all do
periodisere
they do
Past perfect tense
had geperiodiseerd
I had done
had geperiodiseerd
you had done
had geperiodiseerd
he/she/it had done
hadden geperiodiseerd
we had done
hadden geperiodiseerd
you all had done
hadden geperiodiseerd
they had done
Future perf.
zal geperiodiseerd hebben
I will have done
zal geperiodiseerd hebben
you will have done
zal geperiodiseerd hebben
he/she/it will have done
zullen geperiodiseerd hebben
we will have done
zullen geperiodiseerd hebben
you all will have done
zullen geperiodiseerd hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geperiodiseerd hebben
I would have done
zou geperiodiseerd hebben
you would have done
zou geperiodiseerd hebben
he/she/it would have done
zouden geperiodiseerd hebben
we would have done
zouden geperiodiseerd hebben
you all would have done
zouden geperiodiseerd hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
periodiseer
do
periodiseert
do

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

overnachten
spend the night
overscheppen
do
peinzen
ponder on
pelgrimeren
pilgrimage
peptiseren
do
perforeren
perforate
perken
do
piekeren
mull
pijnen
do
pijnigen
torment

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.