Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Peinzen (to ponder on) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
peins
peinst
peinst
peinzen
peinzen
peinzen
Present perfect tense
heb gepeinsd
hebt gepeinsd
heeft gepeinsd
hebben gepeinsd
hebben gepeinsd
hebben gepeinsd
Past tense
peinsde
peinsde
peinsde
peinsden
peinsden
peinsden
Future tense
zal peinzen
zult peinzen
zal peinzen
zullen peinzen
zullen peinzen
zullen peinzen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou peinzen
zou peinzen
zou peinzen
zouden peinzen
zouden peinzen
zouden peinzen
Subjunctive mood
peinze
peinze
peinze
peinze
peinze
peinze
Past perfect tense
had gepeinsd
had gepeinsd
had gepeinsd
hadden gepeinsd
hadden gepeinsd
hadden gepeinsd
Future perf.
zal gepeinsd hebben
zal gepeinsd hebben
zal gepeinsd hebben
zullen gepeinsd hebben
zullen gepeinsd hebben
zullen gepeinsd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gepeinsd hebben
zou gepeinsd hebben
zou gepeinsd hebben
zouden gepeinsd hebben
zouden gepeinsd hebben
zouden gepeinsd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
peins
peinst

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

deinzen
shy
plenzen
do
plonzen
splash
spinzen
do
veinzen
pretend

Similar but longer

afpeinzen
do
bepeinzen
meditate
napeinzen
do

Random

opvallen
stand out
paddelen
do
pagaaien
paddle
paneren
bread
parlesanten
parle santen
pasteuriseren
pass
peilen
do
pekelen
pickle
perfectioneren
perfect
petsen
do

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'ponder on':

None found.