Cooljugator Logo Get a Dutch Tutor

nalaten

to omit

Looking for learning resources? Study with our courses! Get a full course →

Conjugation of nalaten

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
laat na
I omit
laat na
you omit
laat na
he/she/it omits
laten na
we omit
laten na
you all omit
laten na
they omit
Present perfect tense
heb nagelaten
I have omitted
hebt nagelaten
you have omitted
heeft nagelaten
he/she/it has omitted
hebben nagelaten
we have omitted
hebben nagelaten
you all have omitted
hebben nagelaten
they have omitted
Past tense
liet na
I omitted
liet na
you omitted
liet na
he/she/it omitted
lieten na
we omitted
lieten na
you all omitted
lieten na
they omitted
Future tense
zal nalaten
I will omit
zult nalaten
you will omit
zal nalaten
he/she/it will omit
zullen nalaten
we will omit
zullen nalaten
you all will omit
zullen nalaten
they will omit
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou nalaten
I would omit
zou nalaten
you would omit
zou nalaten
he/she/it would omit
zouden nalaten
we would omit
zouden nalaten
you all would omit
zouden nalaten
they would omit
Subjunctive mood
late na
I omit
late na
you omit
late na
he/she/it omit
late na
we omit
late na
you all omit
late na
they omit
Past perfect tense
had nagelaten
I had omitted
had nagelaten
you had omitted
had nagelaten
he/she/it had omitted
hadden nagelaten
we had omitted
hadden nagelaten
you all had omitted
hadden nagelaten
they had omitted
Future perf.
zal nagelaten hebben
I will have omitted
zal nagelaten hebben
you will have omitted
zal nagelaten hebben
he/she/it will have omitted
zullen nagelaten hebben
we will have omitted
zullen nagelaten hebben
you all will have omitted
zullen nagelaten hebben
they will have omitted
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou nagelaten hebben
I would have omitted
zou nagelaten hebben
you would have omitted
zou nagelaten hebben
he/she/it would have omitted
zouden nagelaten hebben
we would have omitted
zouden nagelaten hebben
you all would have omitted
zouden nagelaten hebben
they would have omitted
Present bijzin tense
nalaat
I omit
nalaat
you omit
nalaat
he/she/it omits
nalaten
we omit
nalaten
you all omit
nalaten
they omit
Past bijzin tense
naliet
I omitted
naliet
you omitted
naliet
he/she/it omitted
nalieten
we omitted
nalieten
you all omitted
nalieten
they omitted
Future bijzin tense
zal nalaten
I will omit
zult nalaten
you will omit
zal nalaten
he/she/it will omit
zullen nalaten
we will omit
zullen nalaten
you all will omit
zullen nalaten
they will omit
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou nalaten
I would omit
zou nalaten
you would omit
zou nalaten
he/she/it would omit
zouden nalaten
we would omit
zouden nalaten
you all would omit
zouden nalaten
they would omit
Subjunctive bijzin mood
nalate
I omit
nalate
you omit
nalate
he/she/it omit
nalate
we omit
nalate
you all omit
nalate
they omit
Du
Ihr
Imperative mood
laat na
omit
laat na
omit

Examples of nalaten

Hij heeft echter nagelaten te melden dat... zijn ex-vrouw een parttime baan had voor 11 van die 20 jaren.

However, he omitted to inform us that... his ex-wife had a part-time job for 11 of those 20 years.

Je hebt nagelaten om te vermelden dat uw eerste gang ingestort is.

You omitted to mention that your preliminary drive caved in.