Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Openlaten (to leave open) conjugation

Dutch
6 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
laat open
laat open
laat open
laten open
laten open
laten open
Present perfect tense
heb opengelaten
hebt opengelaten
heeft opengelaten
hebben opengelaten
hebben opengelaten
hebben opengelaten
Past tense
liet open
liet open
liet open
lieten open
lieten open
lieten open
Future tense
zal openlaten
zult openlaten
zal openlaten
zullen openlaten
zullen openlaten
zullen openlaten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou openlaten
zou openlaten
zou openlaten
zouden openlaten
zouden openlaten
zouden openlaten
Subjunctive mood
late open
late open
late open
late open
late open
late open
Past perfect tense
had opengelaten
had opengelaten
had opengelaten
hadden opengelaten
hadden opengelaten
hadden opengelaten
Future perf.
zal opengelaten hebben
zal opengelaten hebben
zal opengelaten hebben
zullen opengelaten hebben
zullen opengelaten hebben
zullen opengelaten hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou opengelaten hebben
zou opengelaten hebben
zou opengelaten hebben
zouden opengelaten hebben
zouden opengelaten hebben
zouden opengelaten hebben
Present bijzin tense
openlaat
openlaat
openlaat
openlaten
openlaten
openlaten
Past bijzin tense
openliet
openliet
openliet
openlieten
openlieten
openlieten
Future bijzin tense
zal openlaten
zult openlaten
zal openlaten
zullen openlaten
zullen openlaten
zullen openlaten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou openlaten
zou openlaten
zou openlaten
zouden openlaten
zouden openlaten
zouden openlaten
Subjunctive bijzin mood
openlate
openlate
openlate
openlate
openlate
openlate
Du
Ihr
Imperative mood
laat open
laat open

Examples of openlaten

Example in DutchTranslation in English
Als een venster dat je opengelaten hebt als je naar bed bent gegaan.Like a window you've left open when you've gone to bed.
De lijkschouwer heeft de zaak opengelaten.Sir, this case was left open on file by the coroner.
De sleutels zijn hier per ongeluk achtergelaten, de deur is per ongeluk opengelaten.The keys are accidentally left out, the door is accidentally left open.
De tas was zeker opengelaten.The bag had definitely been left open.
Er is geen enkele manier om de compartimenten te sluiten van hieruit. Er zijn teveel sluizen opengelaten.There's no way to seal the compartments between us from here, and there's too many hatches left open.
Hier nog een, ze kwamen door de garagedeur die jij openliet.Here's another. They came in through the garage door that you left open!

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'leave open':

None found.