Ontstellen (to appall) conjugation

Dutch
12 examples

Conjugation of ontstellen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontstel
I appall
ontstelt
you appall
ontstelt
he/she/it appalls
ontstellen
we appall
ontstellen
you all appall
ontstellen
they appall
Present perfect tense
heb ontsteld
I have appalled
hebt ontsteld
you have appalled
heeft ontsteld
he/she/it has appalled
hebben ontsteld
we have appalled
hebben ontsteld
you all have appalled
hebben ontsteld
they have appalled
Past tense
ontstelde
I appalled
ontstelde
you appalled
ontstelde
he/she/it appalled
ontstelden
we appalled
ontstelden
you all appalled
ontstelden
they appalled
Future tense
zal ontstellen
I will appall
zult ontstellen
you will appall
zal ontstellen
he/she/it will appall
zullen ontstellen
we will appall
zullen ontstellen
you all will appall
zullen ontstellen
they will appall
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontstellen
I would appall
zou ontstellen
you would appall
zou ontstellen
he/she/it would appall
zouden ontstellen
we would appall
zouden ontstellen
you all would appall
zouden ontstellen
they would appall
Subjunctive mood
ontstelle
I appall
ontstelle
you appall
ontstelle
he/she/it appall
ontstelle
we appall
ontstelle
you all appall
ontstelle
they appall
Past perfect tense
had ontsteld
I had appalled
had ontsteld
you had appalled
had ontsteld
he/she/it had appalled
hadden ontsteld
we had appalled
hadden ontsteld
you all had appalled
hadden ontsteld
they had appalled
Future perf.
zal ontsteld hebben
I will have appalled
zal ontsteld hebben
you will have appalled
zal ontsteld hebben
he/she/it will have appalled
zullen ontsteld hebben
we will have appalled
zullen ontsteld hebben
you all will have appalled
zullen ontsteld hebben
they will have appalled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontsteld hebben
I would have appalled
zou ontsteld hebben
you would have appalled
zou ontsteld hebben
he/she/it would have appalled
zouden ontsteld hebben
we would have appalled
zouden ontsteld hebben
you all would have appalled
zouden ontsteld hebben
they would have appalled
Du
Ihr
Imperative mood
ontstel
appall
ontstelt
appall

Examples of ontstellen

Example in DutchTranslation in English
'Geamputeerd lichaam gevonden.' 'Koelwagenmoordenaar ontstelt Miami.'"Dismembered body found in a pool." "Ice-Truck killer appalls Miami."
Sommigen waren in het begin zeer ontstelt over u voorstel om het geld terug te geven.Some of our number were initially appalled at your proposal that we simply return the money, Some were more receptive,
- Ik ben ontsteld door die insinuatie.I'm appalled by the insinuation.
- Ik ben ontsteld.I'm appalled.
Als een feminist ben ik ontsteld.As a feminist, I am appalled.
Er hangt discriminatie in de stoffige lucht. Ik erger me er niet alleen aan, ik ben ontsteld.I smell discrimination in the dusty air, and I'm not just annoyed, I'm a bit appalled.
Ik ben ontsteld en geschokt over deze schandelijke inquisitie,And I am appalled and stunned at this outrageous inquisition.
- Je taal is ontstellend.-Your language is appalling.
-Uw manieren zijn ontstellend.- Your manners are quite appalling.
Het is ontstellend, dat is wat het is.It's appalling, that's what it is.
Is dit niet ontstellend ?Isn't this appalling?
Je gebrek aan discipline en respect voor deze institutie is ontstellend en je bent een zeer slecht voorbeeld voor je medeleerlingen.Your lack of discipline and respect for this institution is appalling, and certainly not the kind of example your schoolmates should be following.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontstemmen
appall
ontzwellen
swell decreases
uitstellen
delay

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ontmaskeren
unmask
ontspannen
relax
ontspruiten
germinate
ontsteken
come into being
ontstelen
steal
ontstemmen
appall
ontvellen
do
ontvoeren
kidnap
ontwarren
disentangle
ontwateren
dehydrate

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'appall':

None found.
Learning languages?