Ontzwellen (to swell decreases) conjugation

Dutch

Conjugation of ontzwellen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontzwel
I swell decreases
ontzwelt
you swell decreases
ontzwelt
he/she/it swells decreases
ontzwellen
we swell decreases
ontzwellen
you all swell decreases
ontzwellen
they swell decreases
Present perfect tense
ben ontzwollen
I have swollen decreases
bent ontzwollen
you have swollen decreases
is ontzwollen
he/she/it has swollen decreases
zijn ontzwollen
we have swollen decreases
zijn ontzwollen
you all have swollen decreases
zijn ontzwollen
they have swollen decreases
Past tense
ontzwol
I swelled decreases
ontzwol
you swelled decreases
ontzwol
he/she/it swelled decreases
ontzwollen
we swelled decreases
ontzwollen
you all swelled decreases
ontzwollen
they swelled decreases
Future tense
zal ontzwellen
I will swell decreases
zult ontzwellen
you will swell decreases
zal ontzwellen
he/she/it will swell decreases
zullen ontzwellen
we will swell decreases
zullen ontzwellen
you all will swell decreases
zullen ontzwellen
they will swell decreases
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontzwellen
I would swell decreases
zou ontzwellen
you would swell decreases
zou ontzwellen
he/she/it would swell decreases
zouden ontzwellen
we would swell decreases
zouden ontzwellen
you all would swell decreases
zouden ontzwellen
they would swell decreases
Subjunctive mood
ontzwelle
I swell decreases
ontzwelle
you swell decreases
ontzwelle
he/she/it swell decreases
ontzwelle
we swell decreases
ontzwelle
you all swell decreases
ontzwelle
they swell decreases
Past perfect tense
was ontzwollen
I had swollen decreases
was ontzwollen
you had swollen decreases
was ontzwollen
he/she/it had swollen decreases
waren ontzwollen
we had swollen decreases
waren ontzwollen
you all had swollen decreases
waren ontzwollen
they had swollen decreases
Future perf.
zal ontzwollen zijn
I will have swollen decreases
zal ontzwollen zijn
you will have swollen decreases
zal ontzwollen zijn
he/she/it will have swollen decreases
zullen ontzwollen zijn
we will have swollen decreases
zullen ontzwollen zijn
you all will have swollen decreases
zullen ontzwollen zijn
they will have swollen decreases
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontzwollen zijn
I would have swollen decreases
zou ontzwollen zijn
you would have swollen decreases
zou ontzwollen zijn
he/she/it would have swollen decreases
zouden ontzwollen zijn
we would have swollen decreases
zouden ontzwollen zijn
you all would have swollen decreases
zouden ontzwollen zijn
they would have swollen decreases
Du
Ihr
Imperative mood
ontzwel
swell decreases
ontzwelt
swell decreases

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontstellen
appall
uitzwellen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

ontdekken
discover
ontwapenen
disarm
ontwormen
worm
ontzien
spare
ontzinnen
do
ontzouten
desalinate
ontzwavelen
do
onweren
thunder
opbergen
call
opbeuren
cheer

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'swell decreases':

None found.
Learning languages?