Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Ontnieten (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
ontniet
ontniet
ontniet
ontnieten
ontnieten
ontnieten
Present perfect tense
heb ontniet
hebt ontniet
heeft ontniet
hebben ontniet
hebben ontniet
hebben ontniet
Past tense
ontniette
ontniette
ontniette
ontnietten
ontnietten
ontnietten
Future tense
zal ontnieten
zult ontnieten
zal ontnieten
zullen ontnieten
zullen ontnieten
zullen ontnieten
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou ontnieten
zou ontnieten
zou ontnieten
zouden ontnieten
zouden ontnieten
zouden ontnieten
Subjunctive mood
ontniete
ontniete
ontniete
ontniete
ontniete
ontniete
Past perfect tense
had ontniet
had ontniet
had ontniet
hadden ontniet
hadden ontniet
hadden ontniet
Future perf.
zal ontniet hebben
zal ontniet hebben
zal ontniet hebben
zullen ontniet hebben
zullen ontniet hebben
zullen ontniet hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou ontniet hebben
zou ontniet hebben
zou ontniet hebben
zouden ontniet hebben
zouden ontniet hebben
zouden ontniet hebben
Du
Ihr
Imperative mood
ontniet
ontniet

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

ontmoeten
meet

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.