Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Noegen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
noeg
noegt
noegt
noegen
noegen
noegen
Present perfect tense
heb genoegd
hebt genoegd
heeft genoegd
hebben genoegd
hebben genoegd
hebben genoegd
Past tense
noegde
noegde
noegde
noegden
noegden
noegden
Future tense
zal noegen
zult noegen
zal noegen
zullen noegen
zullen noegen
zullen noegen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou noegen
zou noegen
zou noegen
zouden noegen
zouden noegen
zouden noegen
Subjunctive mood
noege
noege
noege
noege
noege
noege
Past perfect tense
had genoegd
had genoegd
had genoegd
hadden genoegd
hadden genoegd
hadden genoegd
Future perf.
zal genoegd hebben
zal genoegd hebben
zal genoegd hebben
zullen genoegd hebben
zullen genoegd hebben
zullen genoegd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou genoegd hebben
zou genoegd hebben
zou genoegd hebben
zouden genoegd hebben
zouden genoegd hebben
zouden genoegd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
noeg
noegt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

liegen
lie
miegen
piss
neigen
incline
nijgen
curtsey
noemen
call
nokken
do
noppen
nap
plegen
commit
voegen
point
wiegen
rock

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

neerpennen
write down
neertrappen
down stairs
nestelen
nest
netten
do
nevelen
do
nieten
staple
nodigen
invite
noemen
call
objectiveren
do
ochtendmalen
obstruct

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.