Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Kreppen (to do) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
krep
krept
krept
kreppen
kreppen
kreppen
Present perfect tense
heb gekrept
hebt gekrept
heeft gekrept
hebben gekrept
hebben gekrept
hebben gekrept
Past tense
krepte
krepte
krepte
krepten
krepten
krepten
Future tense
zal kreppen
zult kreppen
zal kreppen
zullen kreppen
zullen kreppen
zullen kreppen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou kreppen
zou kreppen
zou kreppen
zouden kreppen
zouden kreppen
zouden kreppen
Subjunctive mood
kreppe
kreppe
kreppe
kreppe
kreppe
kreppe
Past perfect tense
had gekrept
had gekrept
had gekrept
hadden gekrept
hadden gekrept
hadden gekrept
Future perf.
zal gekrept hebben
zal gekrept hebben
zal gekrept hebben
zullen gekrept hebben
zullen gekrept hebben
zullen gekrept hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gekrept hebben
zou gekrept hebben
zou gekrept hebben
zouden gekrept hebben
zouden gekrept hebben
zouden gekrept hebben
Du
Ihr
Imperative mood
krep
krept

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

klappen
clap
kleppen
do
kloppen
knock
knappen
crack
knippen
cut
knoppen
do
krengen
careen
krenken
insult
krenten
do
kreuken
crease
kreunen
moan
krimpen
shrink
kroppen
loaf
kruipen
crawl
steppen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

klepperen
clatter
kniebanden
knee ligaments
koelen
refrigerate
kokkeren
do
kortstaarten
bobtail
kortwieken
clip
krenken
insult
krenten
do
kreukelen
wrinkle
kribben
quarrel

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.