Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Esthetiseren (to aestheticise) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
esthetiseer
esthetiseert
esthetiseert
esthetiseren
esthetiseren
esthetiseren
Present perfect tense
heb geësthetiseerd
hebt geësthetiseerd
heeft geësthetiseerd
hebben geësthetiseerd
hebben geësthetiseerd
hebben geësthetiseerd
Past tense
esthetiseerde
esthetiseerde
esthetiseerde
esthetiseerden
esthetiseerden
esthetiseerden
Future tense
zal esthetiseren
zult esthetiseren
zal esthetiseren
zullen esthetiseren
zullen esthetiseren
zullen esthetiseren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou esthetiseren
zou esthetiseren
zou esthetiseren
zouden esthetiseren
zouden esthetiseren
zouden esthetiseren
Subjunctive mood
esthetisere
esthetisere
esthetisere
esthetisere
esthetisere
esthetisere
Past perfect tense
had geësthetiseerd
had geësthetiseerd
had geësthetiseerd
hadden geësthetiseerd
hadden geësthetiseerd
hadden geësthetiseerd
Future perf.
zal geësthetiseerd hebben
zal geësthetiseerd hebben
zal geësthetiseerd hebben
zullen geësthetiseerd hebben
zullen geësthetiseerd hebben
zullen geësthetiseerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geësthetiseerd hebben
zou geësthetiseerd hebben
zou geësthetiseerd hebben
zouden geësthetiseerd hebben
zouden geësthetiseerd hebben
zouden geësthetiseerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
esthetiseer
esthetiseert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

Not found
We have none.

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

doorsmeulen
do
doorzijpelen
do
dreigen
threaten
drommen
do
elektrocuteren
electrocute
escorteren
escort
essayeren
do
etaleren
aestheticise
evalueren
evacuate
evolueren
evolve

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'aestheticise':

None found.