Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Etaleren (to aestheticise) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
etaleer
etaleert
etaleert
etaleren
etaleren
etaleren
Present perfect tense
heb geëtaleerd
hebt geëtaleerd
heeft geëtaleerd
hebben geëtaleerd
hebben geëtaleerd
hebben geëtaleerd
Past tense
etaleerde
etaleerde
etaleerde
etaleerden
etaleerden
etaleerden
Future tense
zal etaleren
zult etaleren
zal etaleren
zullen etaleren
zullen etaleren
zullen etaleren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou etaleren
zou etaleren
zou etaleren
zouden etaleren
zouden etaleren
zouden etaleren
Subjunctive mood
etalere
etalere
etalere
etalere
etalere
etalere
Past perfect tense
had geëtaleerd
had geëtaleerd
had geëtaleerd
hadden geëtaleerd
hadden geëtaleerd
hadden geëtaleerd
Future perf.
zal geëtaleerd hebben
zal geëtaleerd hebben
zal geëtaleerd hebben
zullen geëtaleerd hebben
zullen geëtaleerd hebben
zullen geëtaleerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geëtaleerd hebben
zou geëtaleerd hebben
zou geëtaleerd hebben
zouden geëtaleerd hebben
zouden geëtaleerd hebben
zouden geëtaleerd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
etaleer
etaleert

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

avaleren
guarantee
emuleren
do
epileren
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'aestheticise':

None found.