Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Blokken (to swot) conjugation

Dutch
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
blok
blokt
blokt
blokken
blokken
blokken
Present perfect tense
heb geblokt
hebt geblokt
heeft geblokt
hebben geblokt
hebben geblokt
hebben geblokt
Past tense
blokte
blokte
blokte
blokten
blokten
blokten
Future tense
zal blokken
zult blokken
zal blokken
zullen blokken
zullen blokken
zullen blokken
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou blokken
zou blokken
zou blokken
zouden blokken
zouden blokken
zouden blokken
Subjunctive mood
blokke
blokke
blokke
blokke
blokke
blokke
Past perfect tense
had geblokt
had geblokt
had geblokt
hadden geblokt
hadden geblokt
hadden geblokt
Future perf.
zal geblokt hebben
zal geblokt hebben
zal geblokt hebben
zullen geblokt hebben
zullen geblokt hebben
zullen geblokt hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou geblokt hebben
zou geblokt hebben
zou geblokt hebben
zouden geblokt hebben
zouden geblokt hebben
zouden geblokt hebben
Du
Ihr
Imperative mood
blok
blokt

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

blekken
do
blijken
do
blikken
stay
blinken
shine
bloeden
bleed
bloeien
bloom
bloemen
do
bloezen
blossom
bloggen
do
blouwen
do
brokken
do
grokken
grok
klokken
do
knokken
fight
sjokken
joggle

Similar but longer

afblokken
able to block
blokkeren
block

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'swot':

None found.