Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Bloemen (to do) conjugation

Dutch
10 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bloem
bloemt
bloemt
bloemen
bloemen
bloemen
Present perfect tense
heb gebloemd
hebt gebloemd
heeft gebloemd
hebben gebloemd
hebben gebloemd
hebben gebloemd
Past tense
bloemde
bloemde
bloemde
bloemden
bloemden
bloemden
Future tense
zal bloemen
zult bloemen
zal bloemen
zullen bloemen
zullen bloemen
zullen bloemen
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bloemen
zou bloemen
zou bloemen
zouden bloemen
zouden bloemen
zouden bloemen
Subjunctive mood
bloeme
bloeme
bloeme
bloeme
bloeme
bloeme
Past perfect tense
had gebloemd
had gebloemd
had gebloemd
hadden gebloemd
hadden gebloemd
hadden gebloemd
Future perf.
zal gebloemd hebben
zal gebloemd hebben
zal gebloemd hebben
zullen gebloemd hebben
zullen gebloemd hebben
zullen gebloemd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebloemd hebben
zou gebloemd hebben
zou gebloemd hebben
zouden gebloemd hebben
zouden gebloemd hebben
zouden gebloemd hebben
Du
Ihr
Imperative mood
bloem
bloemt

Examples of bloemen

Example in DutchTranslation in English
"En net als de noodzaak van wilde bloemen in de lente, vult jouw liefde het vruchtbare veld van mijn hart, met bloeiende bloemknoppen in heldere kleuren""And like the emergence of the wildflowers of spring, "your love fills the fertile fields of my heart with dainty dots of bright colors."
"Vanuit tuinen breng je bloemen om onze paden te versieren"From gardens you bring flowers to adorn our lanes
"Waar zielen rusten op bloemen, gaan we hand in hand."Where souls do couch on flowers, we'll hand in hand.
"Zou u ook bloemen verkopen, begrijp me goed"# Why, you might be selling flowers, too # I beg your pardon.
"ën de bloemen van de moerasspirea,"and the flowers of the meadowsweet,
"Hij groeit als een bloem en wordt dan afgesneden"He cometh up and is cut down like a flower"
"Wie zie ik in elke bloem?""Whose face do I see in every flower"
- Angela, hoe weet jij dat van een bloem?Angela, how do you get all that from a flower?
- Die bloem kan me niet schelen... breng ons in veiligheid.- I don't care about that flower just get us to safety.
- En onder haar nagels... zat een mengsel van bloem, lampolie, borax en aluin, ofwel kinderklei.And the clay that Sid found under her fingernails had a mixture of wheat flour, deodorized kerosene,salt, borax and alum- otherwise known as "kiddie clay. "

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

benemen
take away
bezemen
broom
bloeden
bleed
bloeien
bloom
bloezen
blossom
bloggen
do
blokken
swot
blouwen
do
bodemen
bottom

Similar but longer

bebloemen
flour on
bloesemen
blossom

Random

binnenbreken
in breaking
binnenloodsen
steer
binnenpraten
in talking
binnenvallen
invade
binnenvaren
do
bloeien
bloom
bloesemen
blossom
blunderen
blunder
boeien
shackle
boekstaven
chronicle

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.