Bevoelen (to fumble) conjugation

Dutch

Conjugation of bevoelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
bevoel
I fumble
bevoelt
you fumble
bevoelt
he/she/it fumbles
bevoelen
we fumble
bevoelen
you all fumble
bevoelen
they fumble
Present perfect tense
heb bevoeld
I have fumbled
hebt bevoeld
you have fumbled
heeft bevoeld
he/she/it has fumbled
hebben bevoeld
we have fumbled
hebben bevoeld
you all have fumbled
hebben bevoeld
they have fumbled
Past tense
bevoelde
I fumbled
bevoelde
you fumbled
bevoelde
he/she/it fumbled
bevoelden
we fumbled
bevoelden
you all fumbled
bevoelden
they fumbled
Future tense
zal bevoelen
I will fumble
zult bevoelen
you will fumble
zal bevoelen
he/she/it will fumble
zullen bevoelen
we will fumble
zullen bevoelen
you all will fumble
zullen bevoelen
they will fumble
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou bevoelen
I would fumble
zou bevoelen
you would fumble
zou bevoelen
he/she/it would fumble
zouden bevoelen
we would fumble
zouden bevoelen
you all would fumble
zouden bevoelen
they would fumble
Subjunctive mood
bevoele
I fumble
bevoele
you fumble
bevoele
he/she/it fumble
bevoele
we fumble
bevoele
you all fumble
bevoele
they fumble
Past perfect tense
had bevoeld
I had fumbled
had bevoeld
you had fumbled
had bevoeld
he/she/it had fumbled
hadden bevoeld
we had fumbled
hadden bevoeld
you all had fumbled
hadden bevoeld
they had fumbled
Future perf.
zal bevoeld hebben
I will have fumbled
zal bevoeld hebben
you will have fumbled
zal bevoeld hebben
he/she/it will have fumbled
zullen bevoeld hebben
we will have fumbled
zullen bevoeld hebben
you all will have fumbled
zullen bevoeld hebben
they will have fumbled
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou bevoeld hebben
I would have fumbled
zou bevoeld hebben
you would have fumbled
zou bevoeld hebben
he/she/it would have fumbled
zouden bevoeld hebben
we would have fumbled
zouden bevoeld hebben
you all would have fumbled
zouden bevoeld hebben
they would have fumbled
Du
Ihr
Imperative mood
bevoel
fumble
bevoelt
fumble

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

bedoelen
mean
beitelen
chisel
bekoelen
cool
bengelen
do
bespelen
play
bestelen
rob
beugelen
do
beurelen
do
beuzelen
trifle
bevallen
please
bevolken
fumble
bevuilen
soil
bezielen
inspire
gevoelen
feel
invoelen
do

Similar but longer

Not found
We have none.

Random

bestoken
harass
besuikeren
do
betekenen
mean
betonnen
concrete
beulen
do
bevochtigen
moisten
bevolken
fumble
bewaarheiden
save gentile
bewolken
cloud
bezemen
broom

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'fumble':

None found.
Learning languages?