Beugelen (to do) conjugation

Dutch
5 examples

Conjugation of beugelen

Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
beugel
I do
beugelt
you do
beugelt
he/she/it does
beugelen
we do
beugelen
you all do
beugelen
they do
Present perfect tense
heb gebeugeld
I have done
hebt gebeugeld
you have done
heeft gebeugeld
he/she/it has done
hebben gebeugeld
we have done
hebben gebeugeld
you all have done
hebben gebeugeld
they have done
Past tense
beugelde
I did
beugelde
you did
beugelde
he/she/it did
beugelden
we did
beugelden
you all did
beugelden
they did
Future tense
zal beugelen
I will do
zult beugelen
you will do
zal beugelen
he/she/it will do
zullen beugelen
we will do
zullen beugelen
you all will do
zullen beugelen
they will do
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou beugelen
I would do
zou beugelen
you would do
zou beugelen
he/she/it would do
zouden beugelen
we would do
zouden beugelen
you all would do
zouden beugelen
they would do
Subjunctive mood
beugele
I do
beugele
you do
beugele
he/she/it do
beugele
we do
beugele
you all do
beugele
they do
Past perfect tense
had gebeugeld
I had done
had gebeugeld
you had done
had gebeugeld
he/she/it had done
hadden gebeugeld
we had done
hadden gebeugeld
you all had done
hadden gebeugeld
they had done
Future perf.
zal gebeugeld hebben
I will have done
zal gebeugeld hebben
you will have done
zal gebeugeld hebben
he/she/it will have done
zullen gebeugeld hebben
we will have done
zullen gebeugeld hebben
you all will have done
zullen gebeugeld hebben
they will have done
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou gebeugeld hebben
I would have done
zou gebeugeld hebben
you would have done
zou gebeugeld hebben
he/she/it would have done
zouden gebeugeld hebben
we would have done
zouden gebeugeld hebben
you all would have done
zouden gebeugeld hebben
they would have done
Du
Ihr
Imperative mood
beugel
do
beugelt
do

Examples of beugelen

Example in DutchTranslation in English
"Berta hoeft geen beugel, Daisy heeft zangles nodig. ""We don't need to fix Berta's teeth, Daisy needs singing lessons."
- Dan kan het nog net door de beugel.- That does make a difference.
- Dit kan echt niet door de beugel.- This just won't do, Lund.
-Als z'n dochter een beugel moet... moeten Josh en Toby dan een plan bedenken voor tandartsen?- If his daughter needed braces would Josh and Toby have come up with a plan for universal orthodontia?
Als je de bril en de beugel weghaalt, het permanent wat inperkt... vind ik inderdaad dat Betty Harris en jij erg...If you take away the spectacles and the braces, tame the permanent wave a bit, I do believe that you and Betty Harris look a great deal...

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

baggelen
do
bedoelen
mean
beitelen
chisel
bekoelen
cool
bengelen
do
bespelen
play
bestelen
rob
beurelen
do
beuzelen
trifle
bevoelen
fumble
bezielen
inspire
biggelen
dribble
bungelen
do
teugelen
rein

Similar but longer

beteugelen
bridle

Random

bespoedigen
accelerate
bestippen
best lugs
bestoken
harass
bestoppen
best headers
betoveren
bewitch
betwisten
dispute
beugen
do
bevroeden
liberate
bewalmen
do
bewapenen
arm

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'do':

None found.
Learning languages?