Speak any language with confidence

Take our quick quiz to start your journey to fluency today!

Get started

Afweren (to deflect) conjugation

Dutch
6 examples
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Present tense
weer af
weert af
weert af
weren af
weren af
weren af
Present perfect tense
heb afgeweerd
hebt afgeweerd
heeft afgeweerd
hebben afgeweerd
hebben afgeweerd
hebben afgeweerd
Past tense
weerde af
weerde af
weerde af
weerden af
weerden af
weerden af
Future tense
zal afweren
zult afweren
zal afweren
zullen afweren
zullen afweren
zullen afweren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional mood
zou afweren
zou afweren
zou afweren
zouden afweren
zouden afweren
zouden afweren
Subjunctive mood
were af
were af
were af
were af
were af
were af
Past perfect tense
had afgeweerd
had afgeweerd
had afgeweerd
hadden afgeweerd
hadden afgeweerd
hadden afgeweerd
Future perf.
zal afgeweerd hebben
zal afgeweerd hebben
zal afgeweerd hebben
zullen afgeweerd hebben
zullen afgeweerd hebben
zullen afgeweerd hebben
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional perfect tense
zou afgeweerd hebben
zou afgeweerd hebben
zou afgeweerd hebben
zouden afgeweerd hebben
zouden afgeweerd hebben
zouden afgeweerd hebben
Present bijzin tense
afweer
afweert
afweert
afweren
afweren
afweren
Past bijzin tense
afweerde
afweerde
afweerde
afweerden
afweerden
afweerden
Future bijzin tense
zal afweren
zult afweren
zal afweren
zullen afweren
zullen afweren
zullen afweren
Ik
Jij/Je/U
Hij/Zij/Het
Wij/We
Jullie
Zij
Conditional bijzin mood
zou afweren
zou afweren
zou afweren
zouden afweren
zouden afweren
zouden afweren
Subjunctive bijzin mood
afwere
afwere
afwere
afwere
afwere
afwere
Du
Ihr
Imperative mood
weer af
weert af

Examples of afweren

Example in DutchTranslation in English
Deze slaven moeten de eerste aanval afweren.These slaves have been ordered to deflect the first attack
Hoe lang ga je het afweren?How long are you going to deflect?
We kunnen hem al jaren zien naderen en hem afweren met een ruimtevaartuig.We would see it coming years in advance and could send a spacecraft there to deflect it into a harmless orbit.
En een schot afgeweerd door Craig.-And a shot deflected by craig. -Watch the middle! come on, Jimmy.
Schot afgeweerd door Myshkin.Shot deflected by Myshkin.
Carpentier met 'n rechtse die Dempsey afweert.Carpentier throws a right that Dempsey deflects.

More Dutch verbs

Related

Not found
We have none.

Similar

acteren
act
adderen
adapt
afgeren
do
afharen
do
afhoren
do
afhuren
do
afkeren
turn away
afleren
do
afmeren
moor
afmuren
do
afteren
do
afturen
do
afvaren
depart
afvuren
fire
afwegen
weigh

Similar but longer

afwateren
drain
afwerken
deflect
afwerpen
shed
afzweren
do

Random

afsnauwen
snub
aftroeven
ruff
aftroggelen
wangle off
afvlieden
do
afvliegen
fly off
afwachten
wait for
afwassen
wash up
afwenken
do
afwentelen
shift
afwerken
deflect

Other Dutch verbs with the meaning similar to 'deflect':

None found.